Wim Rhebergen Verpleeghuis ► Home ► Contact: rhegie1@planet.nl |
|
Jubileum
Herman Asterhof, 12 ½ jaar in het
verpleeghuis
|
|
|
|
Birkbode, augustus 2002 Herman Asterhof, bewoner van
afdeling Cantarel, was zaterdag 8 juni 12
½ jaar in Birkhoven. Moeten we hem daarmee
feliciteren of moeten we aan dat feit maar stilzwijgend voorbijgaan? Langdurig verblijf in het
verpleeghuis is toch niet iets dat iemand zich toewenst? Herman heeft er een duidelijke
mening over. Je mag mij feliciteren en het
verpleeghuis, waar ik al die jaren heb gewoond, mag eveneens gefeliciteerd
worden. Hij wil ook in de Birkbode graag iets over dit voor hem bijzonder jubileum
zeggen. |
|
Het jubileum “Het jubileum is feestelijk
gevierd. Het hoogtepunt was de avond, een bezoek aan de Flint. Medewerkers
van de jeugdhulpverleningsinstelling De Amerberg voerden de musical Hair uit.
Heidi, mijn dochter en groepsleidster bij de Amerberg, had een van de
solistenrollen. Ze heeft een prachtig geschoolde stem. In de Amersfoortse
Courant heeft een interview met haar gestaan. Van de uitvoering is bovendien
een cd gemaakt. Het is natuurlijk het mooiste wat je op zo ’n dag mag
overkomen, een bezoek aan het theater om daar je dochter te zien
spelen.” Een notitie “Herman wijst op zijn
notitieboekje. Hij heeft het interview samen met zijn vrouw voorbereid en
heeft van te voren de onderwerpen opgeschreven waarover hij iets zeggen wil. Waarom wil Herman zijn 12
½ jarig verblijf in Birkhoven vieren? In het notitieboekje staat:
“Herman wil het vieren omdat hij dankbaar is voor de goede verzorging
en in zijn voordeel is veranderd a. voor zijn omgeving, b. voor zijn gezin,
c. omdat hij nu veel meer bezig is met de geestelijke kant van het leven”. Als een diamant “Dit jubileum betreft niet
alleen mij, maar ook anderen. Hoe meer ik erover nadenk, des te meer zie ik
hoeveel kanten het eigenlijk heeft. Het raakt op een of andere manier
iedereen. Met name denk ik dan aan de bewoners van het huis en de
medewerkers, die me al die jaren hebben verzorgd. Ik vergelijk mijn bestaan
hier met een diamant. Diamant ontstaat onder een eeuwenlange hoge druk. Maar
als de diamant geslepen wordt, schittert hij van alle kanten en is hij de
meest begerenswaardige edelsteen. Zo kun je ook zeggen dat door de druk van
al die jaren, de moeizaamheid van het leven en de aanvechtingen die er zijn,
de mens kan uitgroeien tot een kostbare diamant. Ik zal het uitleggen.” Goede verzorging “In de notitie staat:
“Dankbaar voor de goede verzorging”. Daar wil ik aan toevoegen:
Ik ben heel tevreden over de zusters en broeders van de afdeling. Door de
jaren heen heb ik veel mensen leren kennen. Ik ben dankbaar dat ik met
iedereen goed heb kunnen opschieten. Het is heel belangrijk om rekening met
elkaar te houden. Je moet ze natuurlijk met je vraagjes niet lastig vallen
als je ziet dat ze het erg druk hebben. Dat moet je leren. Echter, als je er
goed over nadenkt is het iets heel normaals. Zo gaat het overal.” Te kritisch “Ik ben in mijn voordeel
veranderd. De scherpe kantjes zijn er bij mij af. In het begin was ik te
kritisch. Nu zet ik een wachter voor mijn mond. Zo zegt de Bijbel dat. Ik
weeg mijn woorden af. Denk na of het zinvol is om iets te zeggen en denk na
over hoe ik het dan zal zeggen. Wie is er mee gebaat als ik een bepaalde
opmerking maak? Voor mij was dat een leerproces. Ik kwam uit een situatie
waarin ik kon zeggen hoe ik het wilde, deelde als het ware de lakens uit. Nu
moest ik mij aanpassen, inpassen in een groter geheel waar anderen ook deel
van uitmaken. Ik heb het geleerd en ik beschouw het als een grote overwinning
op mezelf. De Bijbel die belangrijk voor mij is, zegt: "Degene die
zichzelf overwint, is sterker dan die een stad inneemt". Zo is het. Ik
heb het gevoel dat ik op de goede weg ben. Als mens moet je steeds bij zulke
uitspraken bescheiden blijven, je weet immers niet wat er nog op je pad komt.
Wat dat betreft leer ik nog dagelijks en sta open voor de opmerkingen die
anderen maken.” Een voorbeeld “Ik zal een voorbeeld
geven. In de beginjaren dat ik hier was, zei ik: “Trek mijn broek even
aan.” Het klonk als een bevel. Nu realiseer ik me dat ik de
verzorgenden daarmee voor het blok zet. Je geeft ze niet de mogelijkheid om
zelf te bepalen wat zij moeten doen. Misschien is het voor hen wel
belangrijker om eerst een ander te helpen. Nu zeg ik: “Zou je me even
willen helpen om mijn broek aan te trekken? “ “Vind je niet dat je
daarmee te lief wordt en te veel jezelf wegcijfert? Is zo’n houding
niet al te nederig?” “Nee, dat vind ik niet. De
praktijk is dat ik aan niets tekort kom. Wat wil een mens meer?” Bewoners “In al die jaren heb ik
veel bewoners leren kennen. Ook verschillende karakters. Ik heb moeten leren
in de omgang geen onderscheid te maken tussen bewoners. Met sommigen kun je
misschien op het eerste gezicht beter opschieten dan met anderen, maar toch
probeer ik voor iedereen aandacht te hebben. Soms zeggen mensen wel eens:
“Dat is een lastig portret”. Toch zoek ik hen op en probeer ik
contact te leggen. Dan pas ontdek je soms waar de schoen wringt en waarom zij
zich op een bepaalde manier
gedragen. Het is niet zeldzaam dat zo’n contact positief uitwerkt. De
omgang wordt soepeler. Elk mens heeft behoefte aan contact. Ik wil iedereen dat
geven en niemand buitensluiten. En dan heb ik lak aan wat mensen soms plegen
te zeggen.” Fluitend verder gaan “De volgende situatie komt
vaak voor: Twee mensen zitten op het toilet en hebben hulp nodig. Wie gaat de
zuster of broeder helpen? Niemand wil immers wachten. De een begint te
mopperen, maar ik heb geleerd te fluiten. De zuster en broeder voelt zich bij
een fluitend iemand minder belast. Misschien gaat ze zelf ook wel fluitend de
dag verder - omdat zijn of haar bewoners ook zo vrolijk
fluitend door het leven gaan . Het geeft mij een goed gevoel en denk dat ik
op eenvoudige wijze toch iets gedaan heb om botsingen tussen mensen te
voorkomen. Zo ben je eigenlijk in mijn ogen een ‘vredestichter’,
zonder dat je het zelf misschien realiseert." Positief veranderd voor het gezin “Positief veranderd voor
het gezin, ja, dat is zo. Het is toch eigenlijk fantastisch dat mijn vrouw en
kinderen steeds mij in het verpleeghuis komen opzoeken. En dan treffen ze
altijd een blije man aan. Iemand die naar hen luistert. Ze hebben van alles
meegemaakt en willen dat iemand vertellen. In mij vinden ze een luisterend
oor. Je kunt natuurlijk zeggen: iemand in het verpleeghuis zit boordevol
problemen, laten we hem niet lastig vallen met onze problemen. Ik ben heel
gelukkig dat zij zo niet denken. Edwin is mijn zoon. Hij is psychisch ziek
geworden. Hij zei tegen mij: “Jij bent lichamelijk gehandicapt en ik
ben geestelijk gehandicapt. Hoe fijn zou het zijn wanneer we beiden beter
zouden worden. “ Vroeger deden mijn zoon en ik veel samen, fietsten
overal naar toe, bekeken de schepen die aan de wal afgemeerd lagen, voerden
hele gesprekken over van alles en nog wat, hadden dezelfde humor. En dit
contact is er ondanks dat er zo veel in onze levens veranderd is, nog steeds.
Hetzelfde kan ik zeggen van mijn vrouw en Heidi. En ook mijn vader, die
jarenlang – tot zijn overlijden – mij wekelijks helemaal vanuit
Leeuwarden opzocht.” Positief benaderen “Ik heb veel geleerd van
mijn moeder. Ik herinner me dat enkele kwajongens steentjes tegen het raam
aan het gooien waren. Mijn moeder kwam naar buiten, maar begon niet op hen te
schelden; ze vroeg hen of ze een koekje lusten. De jongens smolten helemaal
weg. Zo zie je hoe een positieve benadering een hele situatie kan
veranderen.” Verkeerde beroep gekozen “Ja, ik denk vaak over dit
soort situaties na. Misschien heb ik vroeger wel het verkeerde beroep
gekozen. Ik werkte bij de douane, een dynamisch bedrijf, waarin ik mij
nauwelijks tijd gunde om over deze aspecten van het leven na te denken. Ik
was toen gezond, kon lopen en doen en laten wat ik wilde. Tijdens al die
jaren in het verpleeghuis heb ik ontdekt dat wat je zegt, je terug krijgt.
Zoals het spreekwoord zegt: Het woord keert niet ledig weer. Je ziet dat hier
elke dag gebeuren.” De geestelijke kant van het leven “Ik geloof dat er na dit
leven een ander leven is. Geld en aardse goederen – die rijkdom gaat
voorbij, wat blijft is de innerlijke gesteldheid. Ik geloof in geestelijke
groei. Zoals ik nu in het leven na dit leven aankom, is anders dan jaren
geleden. De geestelijke groei is eeuwig en het mooie is dat – hoewel
geestelijke groei in deze wereld onzichtbaar is – je die wel kunt
opmerken en ervaren. En voor dit inzicht dat ik verworven heb, ben ik
dankbaar. Alleen dat al maakt het de moeite waard om mijn jubileum in het
verpleeghuis te vieren.” |