|
|
Piet Gielen |
|
|
Mathieuke Een kerstverhaal |
|
|
Birkbode Kerst 1998 |
Joop en Maaike uit de Dahliastraat hebben een
bijzonder kind gekregen. Het is een jongetje, hij heet Mathieuke
- en hij was gisteren amper op deze aarde of hij zong al liedjes waar je een
mooi gevoel van krijgt. Hebt u eerder een baby horen zingen? Nou, ik niet.
Joop en Maaike die na veel getob en gehannes pas vorige week het oude
arbeidershuisje in de Dahliastraat kregen
toegewezen, voelen zich hemelrijk met Mathieuke,
ook al zingt hij al bijna 24 uur aan een stuk. Als je de eetpauzes even niet
meerekent. Slaap schijnt hij niet nodig te hebben, met zijn eendaagse oogjes
kijkt hij stralend het kamertje rond. Soms beweegt zijn linkerhandje zachtjes
mee met de melodie van zijn liedje. Het lijkt wel of hij met zijn andere
handje bij tijd en wijle de hemel groet. Ik geloof warempel echt dat het zo
is. Maaike loopt al weer wat rond in huis. Ze is opvallend snel aan het
opknappen. 'Het komt door die liedjes', zegt ze. 'Het is net of ik zelf
opnieuw geboren word'. Joop zit er rustig bij. Ook als hij bezig is met de
gebruikelijke kraamregeldingetjes, ligt er een
gouden rust in zijn ogen. Inmiddels zijn de buren op kraambezoek
gekomen. Het is een jong Turks stel met hun vader. Vader Kenan
heeft een wonderlijke nacht gehad. In de verte achter de muren hoorde
hij het kind zingen, en de melodieën kwamen hem vertrouwd voor, het was
'n beetje of z'n heimwee werd weggewassen in een Turks stoombad. Nu hij Mathieuke van
nabij hoort, weet hij het zeker, het zijn Turkse herdersgezangen. Hij
kent ze van zijn grootvader die geiten en schapen hield en die hem vaak meenam
als hij met de dieren de velden introk. Hij staat met tranen in de ogen te
luisteren. Als hij naar de zachte ogen van het kind kijkt, is het even of hij
een groetende blik van zijn overleden grootvader twinkelend ziet doorkomen.
Vader Kenan weet nu zeker dat hij vanaf vandaag ook
in Nederland, in Amersfoort rust zal kunnen vinden in zichzelf. Hij buigt
glimlachend naar Maaike en hij kust vader Joop vanwege zijn zoon. Joop kijkt er niet van op, het is allemaal
zo vanzelfsprekend. Zelfs dat een man hem kust. Dat zou zijn eigen vader
nooit doen. Het wonderlijke nieuws heeft zich al snel
rondverteld in de straat, en de jonge kinderen zijn de eerste die durven aan
te bellen om te vragen of zij het kindje mogen zien, en natuurlijk
HOREN. Mathieuke zingt liedjes van de hele wereld
en sommige liggen zo mooi in het gehoor, dat de kinderen uit de straat ze na
een keer luisteren, perfect kunnen nazingen. Het wordt zelfs een rage in de
straat. De knikkers en videospelletjes liggen voor een tijd in de kast.
Overal staan groepjes kinderen te zingen, en wie goed kijk,t ziet sterren
hangen boven hun hoofd. Sommige kinderen zingen zelfs in hun slaap. Natuurlijk zijn er mensen die zich ergeren,
ja zeg maar zich vreselijk opwinden. Er zijn er die zeggen dat ze de buurt
niet zouden opzadelen met zo'n blèrend schaap. Zo'n kind hoort in een
opvanghuis. Daar zijn vast speciaal geschoolde verpleegkundigen voor. Of
ze zouden zelf al lang weggelopen zijn als ze zo'n kind hadden. De
achterburen zijn het ook zat en ze bellen de politie. De man gaat enorm
tekeer aan de telefoon. 'Mijn vrouw wordt er niet goed van. Wij
wonen al zo lang in de buurt. Iedereen komt hier maar wonen, en dan die
liedjes. De meeste zijn buitenlands. Eerst hadden we tenminste 's nachts nog
rust. Kunnen jullie die lui niet oppakken, ze uit hun huis zetten? We kennen
genoeg fatsoenlijke rustige mensen die om een huis staan te springen. We
moeten ze niet. Een schaapstal op de hei is goed genoeg voor die lui. Die
herrie. Het is Gods geklaagd.' De agenten gaan maar eens poolshoogte nemen.
Maaike doet open. 'Er is een melding van geluidsoverlast. Waar staat de
installatie.? Men had het over buitenlandse liedjes midden in de nacht',
zegt agent Bos. 'Wij hebben geen installatie. Daar hebben
wij geen geld voor, maar het kan zijn dat ons Mathieuke
voor overlast heeft gezorgd. Komt u maar kijken in het slaapkamertje'.
De agenten gaan naar boven en zijn verbaasd als ze daar de zingende baby
aantreffen, omringd door een groepje kinderen met kroontjes op hun hoofd van
goudpapier. Op de grond bij de wieg liggen de cadeautjes van de kinderen. Een
zak chips, dropveters en een oude teddybeer, de dierbaarste knuffel van een
van de bezoekertjes. Boven de wieg hangt een goedkope Xenoslamp met de vorm van een ster. 'Even stil zijn', sommeert Kasper de
agenten. 'Hij zingt net een nieuw liedje. Dat kennen we nog niet'. De agenten
houden vanzelfsprekend hun mond. Het is overduidelijk dat in deze kamer de
kinderen de dienst uitmaken. 'Wat een grappig manneke is dat kind van u. Hij
valt onder geen enkel wetsartikel, we kunnen er dus ook geen proces-verbaal
van bakken. Misschien kunt u de kamer 's nacht wat geluidsarmer maken. Je
kunt met wat stoffering en oude eierdozen een
heel eind komen. Je kunt zo'n kind zijn liedjes toch niet zo maar afpakken.
Hij is er nog maar net op deze wereld', meldt een vrolijke agent Bos aan
moeder Maaike wanneer hij de trap afkomt. Eenmaal weer in zijn dienstauto kan
hij niet nalaten tegen zijn maat te zeggen: 'Je zou toch zweren dat ik ineens
minder last heb van mijn winterhanden. Wat zo'n vrolijk liedje niet kan
doen'. En hij fluit met volle overtuiging het deuntje dat hij vanmorgen nog
niet kende. 'Misschien helpt het liedje ook wel tegen de stress in deze
tijd', denkt hij bij zichzelf. Er doen wonderlijke verhalen de ronde in de
bloemenbuurt. Mensen die bij Mathieuke op bezoek
zijn geweest, hebben 's nachts prachtige en bevrijdende dromen,
of ze kunnen de pijn van het leven weer aan, of ze gaan weer op bezoek bij
andere mensen. Ze wisten niet meer hoe dat was. Hoe fijn je het samen kunt
hebben. Dat ieder mens wel ergens in zichzelf een geschenk heeft liggen waar
hij een ander een plezier mee kan doen, en dat het ook een leuk geschenk kan
zijn om hulp te krijgen. Ook al is er veel commerciële belangstelling,
er is nog geen cd van Mathieuke op de markt. Dat
willen Joop en Maaike niet. En dat geeft ook niks, want als u heel diep in
uzelf luistert, kunt u hem zijn liedjes horen zingen. |