|
|
Piet Gielen |
|
|
De glazen
kerststal Een kerstverhaal |
Birkbode Kerst
2001 |
In Verdo
gebeurt zelden iets opzienbarends. Het is een landelijk dorp met rustige
bewoners. De enige opvallende persoon is Josho. Hij
is de plaatselijke steenhouwer, en iedereen weet dat hij in zijn leven nog
nooit een woord heeft gesproken. Toen de pastoor Josho doopte in de eenvoudige kerk van Verdo, wisten zijn ouders nog niet, hoeveel zorgen ze
zich zouden gaan maken om hun manneke. Al gauw werd duidelijk dat elke poging
om Josho te leren praten, verzandde in een
vriendelijke glimlach van zijn kant. Het leek of elk geluid verdween in de
verstilling van zijn ogen. Zo gauw Josho
kon lopen, werd het pas echt moeilijk voor zijn ouders. Als je even niet
oplette, was hij onvindbaar. Voor de zoveelste keer was hij de wijde wereld
in, en de eindeloze zoektocht naar het kereltje kon weer beginnen. De ene
keer zat hij bij de rivier met stenen te spelen onbewust van elk gevaar. Dan
weer vond men hem ’s avonds, terwijl hij rustig in een weiland zat
tussen de slapende koeien. Telkens weer spraken zijn ouders hem vermanend
toe, waarbij ze maar moesten raden of hun woorden aankwamen. Veel
toekomstverwachting hadden ze niet voor hun kind. Iedereen vond het opmerkelijk
dat Josho toch redelijk leerde schrijven en
spellen. Uit boeken scheen hij wel wat te begrijpen. Hij groeide ook verder
normaal, en hij deed geen echt rare dingen. Omdat hij een opmerkelijke
belangstelling had voor alles wat stenen was, besloten zijn ouders hem in de
leer te doen bij een steenhouwer. Die leerde hem grafstenen maken. Als een dorpsbewoner een
grafsteen bestelde bij Josho, leek het net of er
iets van het verdriet verdween door zijn vriendelijke glimlach. Hij beitelde
niet alleen de gebruikelijke gegevens op de steen. Hij maakte ook een
toepasselijke versiering. En hij gaf de steen altijd een bijzondere vorm die
een stukje van de overleden persoon opnieuw tot leven bracht. Vaak leek het
wel of hij vele geheimen van de overledene kende. Zo had hij voor een oude
man een steen gehouwen in de vorm van een klein meisje. De goede man had niet zo lang in Verdo gewoond. Later kwam men te weten dat een dochtertje
van hem vroeg gestorven was aan een kinderziekte. In het dorp ontstond het gevoel
dat het niet zo erg was om te sterven, als Josho
maar een grafsteen voor je zou maken. Het kerkhof van Verdo
had iets stralends. Je kon er je ellende vergeten, en daarna kon je er weer
even tegen. Het is nu kerstavond, en de dorpsbewoners hebben
zich de laatste tijd vaak
afgevraagd wat Josho in zijn schild voert. Al twee
maanden heeft niemand hem buiten gezien. Men vertelt dat in zijn huis tot
diep in de nacht het licht brandt. Als iedereen zich in de kerk verzamelt,
wordt het echter duidelijk hoe de zaken in elkaar zitten, waar Josho mee bezig is geweest. Op het priesterkoor staat een
kerstgroep die is gebeiteld uit grote stukken glas. Het licht van de kaarsen
geeft het glaswerk een hemelse uitstraling. Josho
heeft het Christuskindje een bal in de hand gegeven. De bal is geslepen in
merkwaardige onaardse facetten. Vanwege het zachte licht van de
kaarsen, kun je door de ramen de sterren aan de hemel herkennen. Je zou
verwachten dat hier in Verdo elk moment engelen
gaan zingen. Dan, als de dienst nog maar net
begonnen is, is er een licht briesje voelbaar in de kerk, ook klinkt er een
zachte langgerekte toon. En dan ineens valt het licht van een grote ster
precies op de geslepen bal in de hand van het Christuskind. De bal verdeelt
het licht in een levensechte projectie op de grote kale muur. De inwoners van Verdo
zijn ineens getuige van een familietafereel in een stal. Een jonge moeder met
een allesomvattende milde blik, houdt haar kind Jezus in haar armen. Het hele
dorp is terug in de tijd, en met de herders en de wijzen aanwezig bij dit
wonderlijk gebeuren. Het kind kijkt iedereen afzonderlijk met grote heldere
ogen aan. Je wordt er innerlijk helemaal schoon en fris van. Het lijkt wel of
de hele kerk wordt gevuld met kristalhelder water. Uit alle kelen klinken nu
kerstliederen. Dit jaar zingen de mensen van Verdo samen met de engelen, en zelfs de brommerigste stem
valt niet uit de toon. Ze zingen en zingen tot de projectie zachtjes
vervaagt. Dan volgt er een weldadige stilte. De volgende dag is Josho
verdwenen. Ook de kerstgroep is onvindbaar. In Josho’s
werkplaats vindt men een briefje met de woorden: Geef
elkaar te drinken van het wonder van het licht. |