Main page course   Home                        Larilo PART 2

 

Text        spoken version

 

Words Dutch + Translation

 

 

Hoofdstuk 7  

Zingende bloemen.

 

Bloemen zijn eigenlijk nooit boos.

Ze zijn er gewoon.

Ze geven de wereld kleur en geur.

En ze vragen er nooit iets voor terug.

Mensen denken vaak:

“Voor wat hoort wat.”

Ze kunnen nog veel van de bloemen leren.

 

 

 

 

Toch zijn de bloemen van Larilo vandaag boos.

Heel boos.

Het is nog wel 1 juni.

Dat is eigenlijk een dag,

dat bloemen heel mooi horen te zijn in Larilo.

Ze zijn vooral kwaad op de burgemeester.

 

 

De bloemen in de tuin van de burgemeester

schelden dat het een lieve lust is.

Om hen heen hangt gewoon

een boze, onaangename stank,

in plaats van een zachte zomergeur.

 

 

 

 

Het stuifmeel schiet alle kanten op.

Het lijkt wel of er een stuifmeelmist hangt in de tuin.

Je kunt het grasveld niet eens meer zien.

 

 

 

 

 

 

 

De vlinders zijn gevlucht naar het volgende dorp.

Ze hebben echt geen zin in die opgefokte bloemen.

Die zijn trouwens ook niet meer goed te vinden

door die deken van die stuifmeelmist.

 

 

 

Boven in de slaapkamer ligt de burgemeester

te hoesten en te proesten.

Zijn burgemeestersketting schiet heen en weer.

Hij is ziek van al dat stuifmeel.

Hij is benauwd en heeft hoge koorts.

 

 

 

 

Dokter Prikgraag staat naast zijn bed.

“U heeft  een ernstige vorm van stuifkoorts.

 En dat gaat voorlopig niet over.

 

 

 

Dat is zo zeker als een bloemblaadje.

 

Daar helpt zelfs een spuit met een dikke naald

niet tegen.”

 

 

 

Naast het bed van de burgemeester

staat de rode telefoon.

Dat is een telefoon voor rampen.

De burgemeester vindt

dat er nu toch echt sprake is van een ramp.

Nu hij zo ziek is,

kan hij Larilo niet fatsoenlijk besturen.

En wat gebeurt er dan wel niet  met Larilo,

nu hij uitgeschakeld is?

De burgemeester vindt dat niemand zo goed

Larilo kan besturen, als hijzelf.

“Ik ben de beste burgemeester voor Larilo”.

Dat zegt hij tenminste altijd in zichzelf.

 

Proestend belt hij de secretaris

van het gemeentehuis.

 

“Uch, uch, kuch, start het rampenplan.

Zet in de krant en op teletekst 

dat ik ernstig ziek ben.

Iedereen moet binnen blijven

tot ik beter ben.

Uch, uch, kuch ,kuch.

 

 

Dat ik ziek ben,

is de schuld van die rotbloemen.

Uch, uch, kuch nog aan toe.

Bovendien hebben die krengen stuifmeel,

hatsjie, daar kan ik niet tegen.

 

De beste bloemen zijn gewoon plastic bloemen.”

 

 

 

Nu wil je natuurlijk weten

waarom die bloemen boos zijn.

Dat is even een verhaal.

 

 

Normaal vieren ze in Larilo feest

op 1 juni.

Het zomerbloemenfeest.

Het feest van de zingende bloemen.

Want wie goed stil kan luisteren,

weet dat bloemen kunnen zingen

en ook muziek maken.

Dat kun je soms aan hun namen zien.

 

 

 

 

 

Viooltjes, fluitenkruid, trompetnarcis, grasklokje.

En in Larilo kunnen ze goed stil luisteren.

En de bloemen vinden het fijn

om een keer per jaar

samen met de mensen van Larilo te zingen

op het zomerbloemenfeest.

 

 

 

Iedereen zingt en danst dan in kringen rond de oude boom.

 

 

 

 

De kinderen met bloemenkransen in hun haar.

Bakker Lachebrood spuit

bloemen van slagroom op zijn taarten.

 

 

 

 

 

Dit jaar is er geen feest.

Het geld van de gemeente is bijna op.

De burgemeester wil er geen stuiver voor uitgeven.

En bovendien houdt hij niet van bloemen.

 

 

Hij kan dan ook niet stil luisteren.

Hij luistert meestal alleen maar naar zichzelf.

De bloemen heeft hij dus nog nooit horen zingen.

Alleen soms luistert hij naar de raad van  de oude boom.

 

 

Wanneer een bestuurszaak

zelfs voor deze burgemeester te moeilijk is.

Maar dit jaar heeft hij dat vergeten.

De burgemeester heeft dus het feest afgeschaft.

Oma Knot heeft ook nog gedemonstreerd.

Ze zat met een spandoek in het gemeentehuis.

Het heeft niets geholpen.

De burgemeester was zo eigenwijs,

dat hij het niet nodig vond

naar oma te luisteren.

Toen de bloemen er de vieze lucht van kregen,

werden ze woest.

 

Kapi en Pika moeten op last van de burgemeester

ook binnen blijven.

Maar hun ouders vinden dat onzin.

 

 

 

 

“Aan die malle fratsen van onze burgemeester

hoef je niet te gehoorzamen”, zeggen ze.

“Een mens moet zijn eigen verstand ook gebruiken”.

Niemand in Larilo blijft trouwens binnen

 

 

Kapi en Pika zitten nu gezellig bij oma Knot

met een zacht koekje in de hand.

 

 

 

 

 

 

Op de tafel van oma ligt de krant open,

bij het bericht van de burgemeester.

 

 

“Eigen schuld dat hij ziek is”, zegt Oma.

“Je kunt best een feest vieren

als er weinig geld is.

Je hebt bloemen en je hebt mensen.

Dat is genoeg voor een feest.

Bij een feest smaakt zelfs water nog feestelijk.

Wat moeten de bloemen wel niet van ons denken.”

 

 

Kapi en Pika knikken.

Zij balen ook dat er geen feest is.

“Als we nou eens proberen te praten met de bloemen.

Misschien willen ze dan toch zingen, oma.”

” Weet je wat”, zegt oma,” we vragen ze om vanavond

om zeven uur zo hard mogelijk

met de mensen van Larilo te zingen.

Misschien dat de burgemeester ze dan ook hoort.

Hij ligt nu zo stil in zijn bed

Hij is te ziek om alleen  maar

naar zichzelf te luisteren.

 

 

En als hij de bloemen en de mensen hoort zingen,

ontdekt hij misschien,

hoe dom hij eigenlijk is ”.

Even later kruipen oma en alle kinderen

van Larilo door de mistige tuinen van het dorp.

 

Ze spreken iedere bloem aan.

 

 

 

Het is een hele klus om de bloemen rustig te krijgen.

En ze stinken, nu ze boos zijn.

Qua lucht lijkt Larilo wel een ziekenhuis vandaag.

Het hele dorp is vol met vreemde, vieze luchtjes.

 

De neuzen van de kinderen zitten onder het stuifmeel.

 

 

“Luister eens even”,

zegt oma tegen een mopperende geranium.

“Niet zeuren, je zorgt maar dat je meezingt.

Iedereen moet gewoon meezingen.

Wat krijgen we nou toch?”

 

En ja hoor.

Om klokslag zeven uur klinkt in heel Larilo

het bekende bloemenlied:

 

 

“Luister even …

het is hier lekker leven…

in elk bloembed.

De azalea heeft altijd pret.

En de narcis speelt trompet.

Dus burgemeester kom maar gauw uit je bed”.

 

 

 

De laatste regel hebben de bloemen er vandaag bij bedacht.

Ze zingen het lied telkens weer.

 

De burgemeester merkt dat hij meer lucht krijgt.

 

 

De stuifkoorts  zakt  weg.

“Het lijkt wel of ik muziek hoor”, denkt hij.

Hij moet ineens huilen.

 

 

De melodie komt hem bekend voor.

 

 

Zo zong zijn moeder vroeger ook,

als hij ziek was.

 

 

Dan werd hij altijd gauw beter.

Was zijn moeder er nog maar.

 

 

Die wist altijd wel raad met hem

als hij eigenwijs was, of boos,

of narrig van ongeduld.

 

 

 

 

Dan werd hij meteen rustig.

Hij hoort nu ook de woorden van het lied.

 

 

“Warempel, het zijn de bloemen

die zingen.

 

Ze zingen speciaal een regel voor mij.

Ik kan ze nu ook horen.

Ik hoor er nu echt weer bij.

Ik hoor bij de bloemen van Larilo,

bij de bomen, en bij alle andere planten.

En ook bij de dieren,

en bij de mensen van Larilo.

De mensen van Larilo zijn heel rijk,

want zij kunnen de bloemen horen zingen,

in de stilte.

De burgemeester wordt heel

kalm en rustig van binnen.

In zijn pyjama stapt hij het balkon op.

Zijn neus is nog een beetje rood van de stuifkoorts .

Vandaag houdt hij geen toespraak.

Hij wil alleen nog naar het bloemenlied luisteren.

 

En de lucht ruikt weer naar zomerbloemen.

De mensen zijn heel blij.

En voor de zon onder gaat,

zijn de vlinders weer terug in Larilo.

 

En de burgemeester,

die zit tot diep in de nacht heel stil op het balkon.

Totdat vanuit de sterrenhemel zijn moeder

zachtjes naar hem lacht.

Dan gaat hij rustig slapen,

net zoals vroeger.

 

 

 

zingende – dziedāt (īpašības vārds)

bloem – ziedš

eigenlijk – īsti

nooit – nekad

boos – dusmīgas

geven – dod

wereld – pasaule

kleur – krāsu

geur – smarža

terugvragen –  prasīt atpakaļ

denken – domā

vaak – bieži

voor wat hoort wat - Jums vienmēr ir jāmaksā par visu

kunnen – var

veel – daudz

leren – apmācīt

toch – joprojām

vandaag – šodien

heel – ļoti

nog wel – īsti

juni – Jūnijs

horen te – vajag

mooi – daiļš

vooral  - jo īpaši

kwaad - dusmīgas

burgemeester – mērs

tuin – dārzs

schelden - nolādēt

dat het een lieve lust is – ļoti daudz

om hen heen – ap tiem

hangt - ir

gewoon - vienkārši
boze –
dusmīga

onaangenaam - nepatīkams

stank – smaka

in plaats van – vietā
zachte – maigs

zomergeur –  vasaras smarža

stuifmeel – putekšņi

schieten – lidot

alle kanten - visām pusēm

lijkt – šķiet

mist – migla

hangt - ir

kunnen – var

grasveld - pļava

niet - ne

eens - vienreiz

meer – vairāk

vlinder - taurenis

vluchten - bēgt

volgende - nākamais

geen zin hebben in – ne vēlēos darīt

opgefokt - satraukuma

trouwens – turklāt

goed – labi / krietni

vinden - atrast

deken - sega

boven – virs

slaapkamer – gulamistaba

hoesten - klepot

proesten – ļoti šķaudīt

ketting – ķēde

schieten - šūpojās

heen en weer – turp un atpakaļ

ziek – slims

benauwd -  apgrūtināta elpošana

hoge koorts – drudzis

dokter – ārsts

staat – ir

naast - blakus

zijn – viņa

bed – gulta

ernstig - nopietns

vorm - suga

stuifkoorts – ‘putekšņiu drudzis’ / alerğija

overgaan – apturēt

voorlopig - pagaidām

zeker - noteikts

bloemblad – ziedlapa

tegen – pie

niet helpen – nepalīdz

spuit – šprice

dik – biezs

naald - adata

rood – swarkans

telefoon - tālrunis

ramp - liela nelaime

fatsoenlijk -pienācīgas

besturen - pārvaldīt

gebeuren – notikt

uitschakelen - atspējot

vinden – domāt

niemand – neviens

kan – var

hijzelf – viņš (pats)

zichzelf - pats

zeggen - teikt

ben - ir

beste - vislabākais

tenminste –  vismaz

altijd – vienmēr

secretaris - sekretārs

bellen – zvana

gemeentehuis – pilsētas dome

kuchen - klepot

ramp  - liela nelaime

plan - plāns

krant - laikraksts / avize

teletekst - teleteksts
ernstig - nopietni

ziek – slims

iedereen – ikviens

moeten – vajag

binnen – iekšpusē

blijven – palikt

tot - kamēr

schuld- atbildība

rotbloem – nejauks zieds

bovendien – turklāt

kreng -  lempis

niet tegen kunnen – ne var palikt

gewoon - tikai

plastic - plastmasa

ik – es

nu – tagad - šobrīd

weten – zināt

je – tu

natuurlijk – protams

willen – gribēt

waarom – kāpēc

even – brīdis

verhaal -  stāsts

feest vieren - svētki

zomer - vasara

zingende – dziedāt (īpašības vārds)

wie – kurš

goed – labi

stil – nedzirdams

luisteren – klausīties

muziek maken -  atskaņot mūziku

soms – dažreiz

hun - viņu

naam - vārds

zien - atrast

viooltje – atraitnīte

(Dutch: viool = vijole)

fluitenkruid – kāds zieds (Anthriscus sivestris)

( fluit = flauta)

trompetnarcis = dzeltenā narcise

(trompet = kornete)

grasklokje = pulkstenīte

( klokje = mazs baznīcas zvans)

fijn vinden = patikt

keer - reizes

per jaar -  katrs gads

samen – kopā

mensen  -  cilvēki

dansen - dejot

kring - aplis

oud – auksts

boom – koks

bloemenkrans - diadēma
haar - mati

bakker – maiznieks

(lachen = smiekli)

(brood = maize)

spuiten -  apsmidzināt / taisīt

bloemen - puķes

slagroom - krējums

taart - kūka

geen - neviens

feest - svētki

op zijn – izlietots

geld – nauda

gemeente – pilsēta

bijna - gandrīz

stuiver - kapekas

uitgeven – iztērēt

bovendien – turklāt

houden van – patikt

kan - var

stil – nedzirdams

luisteren - klausīties

soms – dažreiz

raad – labs ieteikums

oude – sens

boom – koks

wanneer – ja

bestuurszaak -  pārvaldības jautājums

zelfs - pat

burgemeester – mērs

te moeilijk -  sarežģītās

dit jaar - šogad

vergeten - aizmirst

afschaffen - atcelt

demonstreren - protests

spandoek - plakāts

geholpen – perfectum of sniegt palīdzību

eigenwijs -  stūrgalvīgs

nodig vinden – nav  nepieciešams

lucht van iets krijgen - atrast

vies - netīrs

woest - dusmīgs

op last van - saskaņā ar komandu

moeten – vajag

binnen blijven – iekšpusē

ouders – vecāki

vinden – domāt

onzin -  muļķības

mal - savāds

frats - draiskulība

hoeven - vajag

niet – ne

gehoorzamen - pakļauties

mens –cilvēks

eigen – savs

verstand - intelekts

gebruiken - izmantot

blijven – palikt

binnen – iekšpusē

trouwens – turklāt

gezellig – patīkami

zacht – maigs

koekje – biskvīts

met – ar

hand – plauksta

tafel  - galds

krant – laikraksts / avīze

open - atvērt

bericht – paziņojums

burgemeester - mērs

schuld - vaina

eigen -savs

ziek- slims

feest vieren - svētki

weinig – daži

geld - nauda

genoeg – diezgan

voor – priekš

smaken - garšot

zelfs – pat

water – ūdens

feestelijk – patīkams

knikken - klanīties

balen – pavisam napatikt

proberen - mēğinu

praten – runāt

misschien – varbūt

willen – gribēt

weten – zināt

wat - kaut kas

vragen - jautāt

vanavond –šovakar

zeven – septiņi

uur – stundas

hard – skaļš

zo – tik

mogelijk - iespējams

horen – dzirdēt

stil – nedzirdams

bed –gulta

alleen maar -tikai

luisteren – klausīties

zichzelf – pats

ontdekken – atrast / atklāt

hoe dom –kā muļķis

eigenlijk – īsti

even later - nedaudz vēlāk

kruipen - rāpo

mistig – miglains

tuin – dārzs

dorp - ciema

aanspreken - aprunāties

klus  – liels darbs

rustig krijgen - remdēt

stinken - smirdēt

boos - draudosš

qua - attiecībā uz

lucht - ārija

lijkt - šķiet

ziekenhuis - slimnīca

vandaag – šodien

neus – deguns

kinderen –bērni

zitten onder - ir pārklāti ar

stuifmeel - putekšņi

mopperen – kurnēt

geranium - ģerānija

zeuren - šķendēties

maar zorgen - jāizdara

meezingen - dziedāt līdzi

iedereen – ikviens

wat krijgen we nou? – kā tā var

klokslag – pēc pulksteņa

klinken - izklausās

bekend - labi pazīstams

lied – dziesma

bloemen – pukes

hier - šeit

lekker – patīkami

leven - dzīvot

bloembed - puķu dobe

azalea - acālija

narcis - narcise

komen – / ierasties / nākt

gauw – ātri

uit – ārā / ne iekšā

bed - gulta

laatste – beidzamais

regel - rinda

bedenken - izgudrot

telkens – vairāk

weer - atkal

merken – realizēt

meer – vēl

lucht - ārija

krijgen - iegūt

stuifkoorts – ‘putekšņi drudzis’

wegzakken - slīgt

muziek - mūzika

horen - dzirdēt

moeten – vajag

ineens – pēkšņi

huilen – raudāt

melodie - melodija

voorkomen - līdzinās

bekend - bekend - labi pazīstams

zong –past of dziedāt

vroeger - agrāk

zijn -  viņa

moeder  - māte

als - ja

ziek - slims

werd beter – past of kļūt veseliem

altijd – vienmēr

gauw - ātri

weten - zināt

raad - padoms

met – ar // dēļ

hem – viņam

eigenwijs -  stūrgalvīgs

of - vai

boos – dusmīgs

narrig - etiepīgs

ongeduld - nepacietība

rustig - mierīgs

meteen – nekavējoties

horen – dzirdēt

woord - vārds

warempel - patiesi

speciaal - speciāli

regel - rinda

erbij horen - ir daļa no grupas

horen bij – ir dala no

bomen - koki

planten - augi

andere – citi

dieren - dzīvnieki

heel – ļoti

rijk – bagāts

want – jo

kunnen - var

stilte - klusums

kalm - mierīgs

van binnen -  iekšā

pyjama - pidžama

balkon – balkons

stappen - soļot

een beetje nedaudz

toespraak - runa

ruiken - saost

zomer – vasara

blij - iepriecināts

zon ondergaan -  saulriets

vlinders - taureņi

terug –atpakaļ

diep in de nacht - dziļi naktī

ster – zvaigzne

hemel – debesis

zachtjes – kluss

lachen – smiekli

slapen – gulēt                     

vroeger - agrāk

 

Words in syllables

a.za.le.a

hij.zelf

pro.be.ren

vi.ool.tjes

bal.kon

ho.ge

proes.ten

vlin.ders

be.dacht

hoes.ten

py.ja.ma

voor.al

be.ken.de

ie.de.re

ram.pen

wa.rem.pel

be.kend

ju.ni

ram.pen.plan

wei.nig

be.stu.ren

klok.slag

re.gel

woor.den

be.stuurs.zaak

knik.ken

rot.bloe.men

zacht.jes

bes.te

kre.gen

schel.den

ze.ven

bloe.men.kran.sen

kren.gen

se.cre.ta.ris

zeu.ren

bloe.men.lied

krin.gen

slaap.ka.mer

zie.ken.huis

bloem.bed

krui.pen

span.doek

zin.gen.de

bo.men

luis.te.ren

spra.ke

zo.mer.bloe.men

de.ken

luis.tert

spre.ken

zo.mer.bloe.men.feest

die.ren

mal.le

ster.ren.he.mel

zo.mer.geur

ei.gen.wijs

me.lo.die

stil.te

 

ern.sti.ge

mee.zingt

stin.ken

 

fat.soen.lijk

mis.ti.ge

stui.ver

 

fees.te.lijk

mo.ge.lijk

stuif.koorts

 

flui.ten.kruid

mop.pe.ren.de

stuif.meel

 

frat.sen

mu.ziek

stuif.meel.mist

 

ge.beurt

na.men

te.le.tekst

 

ge.brui.ken

nar.cis

tel.kens

 

ge.de.mon.streerd

nar.rig

ten.min.ste

 

ge.hol.pen

on.aan.ge.na.me

toe.spraak

 

ge.hoor.za.men

on.ge.duld

trom.pet

 

ge.meen.te

on.zin

trom.pet.nar.cis

 

ge.ra.ni.um

ont.dekt

tui.nen

 

ge.vlucht

op.ge.fok.te

uit.ge.scha.keld

 

gras.klok.je

plan.ten

uit.ge.ven

 

gras.veld

plas.tic

ver.stand

 

 

 

 

CheckStat