Text spoken version ► |
Words Dutch + Translation |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 7 Zingende bloemen. Bloemen
zijn eigenlijk nooit boos. Ze
zijn er gewoon. Ze
geven de wereld kleur en geur. En
ze vragen er nooit iets voor terug. Mensen
denken vaak: “Voor
wat hoort wat.” Ze
kunnen nog veel van de bloemen leren. Toch
zijn de bloemen van Larilo vandaag boos. Heel
boos. Het
is nog wel 1 juni. Dat
is eigenlijk een dag, dat
bloemen heel mooi horen te zijn in Larilo. Ze
zijn vooral kwaad op de burgemeester. De
bloemen in de tuin van de burgemeester schelden
dat het een lieve lust is. Om
hen heen hangt gewoon een
boze, onaangename stank, in
plaats van een zachte zomergeur. Het
stuifmeel schiet alle kanten op. Het
lijkt wel of er een stuifmeelmist hangt in de tuin. Je
kunt het grasveld niet eens meer zien. De
vlinders zijn gevlucht naar het volgende dorp. Ze
hebben echt geen zin in die opgefokte bloemen. Die
zijn trouwens ook niet meer goed te vinden door
die deken van die stuifmeelmist. Boven
in de slaapkamer ligt de burgemeester te
hoesten en te proesten. Zijn
burgemeestersketting schiet heen en weer. Hij
is ziek van al dat stuifmeel. Hij
is benauwd en heeft hoge koorts. Dokter
Prikgraag staat naast zijn bed. “U
heeft een ernstige vorm van
stuifkoorts. En dat gaat voorlopig niet over. Dat
is zo zeker als een bloemblaadje. Daar
helpt zelfs een spuit met een dikke naald niet
tegen.” Naast
het bed van de burgemeester staat
de rode telefoon. Dat
is een telefoon voor rampen. De
burgemeester vindt dat
er nu toch echt sprake is van een ramp. Nu
hij zo ziek is, kan
hij Larilo niet fatsoenlijk besturen. En
wat gebeurt er dan wel niet met
Larilo, nu
hij uitgeschakeld is? De
burgemeester vindt dat niemand zo goed Larilo
kan besturen, als hijzelf. “Ik
ben de beste burgemeester voor Larilo”. Dat
zegt hij tenminste altijd in zichzelf. Proestend
belt hij de secretaris van
het gemeentehuis. “Uch,
uch, kuch, start het rampenplan. Zet
in de krant en op teletekst dat
ik ernstig ziek ben. Iedereen
moet binnen blijven tot
ik beter ben. Uch, uch, kuch ,kuch. Dat
ik ziek ben, is
de schuld van die rotbloemen. Uch,
uch, kuch nog aan toe. Bovendien
hebben die krengen stuifmeel, hatsjie,
daar kan ik niet tegen. De
beste bloemen zijn gewoon plastic bloemen.” Nu
wil je natuurlijk weten waarom
die bloemen boos zijn. Dat
is even een verhaal. Normaal
vieren ze in Larilo feest op
1 juni. Het
zomerbloemenfeest. Het
feest van de zingende bloemen. Want
wie goed stil kan luisteren, weet
dat bloemen kunnen zingen en
ook muziek maken. Dat
kun je soms aan hun namen zien. Viooltjes,
fluitenkruid, trompetnarcis, grasklokje. En
in Larilo kunnen ze goed stil luisteren. En
de bloemen vinden het fijn om
een keer per jaar samen
met de mensen van Larilo te zingen op
het zomerbloemenfeest. Iedereen
zingt en danst dan in kringen rond de oude boom. De
kinderen met bloemenkransen in hun haar. Bakker
Lachebrood spuit bloemen
van slagroom op zijn taarten. Dit
jaar is er geen feest. Het
geld van de gemeente is bijna op. De
burgemeester wil er geen stuiver voor uitgeven. En
bovendien houdt hij niet van bloemen. Hij
kan dan ook niet stil luisteren. Hij
luistert meestal alleen maar naar zichzelf. De
bloemen heeft hij dus nog nooit horen zingen. Alleen
soms luistert hij naar de raad van de
oude boom. Wanneer
een bestuurszaak zelfs
voor deze burgemeester te moeilijk is. Maar
dit jaar heeft hij dat vergeten. De
burgemeester heeft dus het feest afgeschaft. Oma
Knot heeft ook nog gedemonstreerd. Ze
zat met een spandoek in het gemeentehuis. Het
heeft niets geholpen. De
burgemeester was zo eigenwijs, dat
hij het niet nodig vond naar
oma te luisteren. Toen
de bloemen er de vieze lucht van kregen, werden
ze woest. Kapi
en Pika moeten op last van de burgemeester ook
binnen blijven. Maar
hun ouders vinden dat onzin. “Aan
die malle fratsen van onze burgemeester hoef
je niet te gehoorzamen”, zeggen ze. “Een
mens moet zijn eigen verstand ook gebruiken”. Niemand
in Larilo blijft trouwens binnen Kapi
en Pika zitten nu gezellig bij oma Knot met
een zacht koekje in de hand. Op
de tafel van oma ligt de krant open, bij
het bericht van de burgemeester. “Eigen
schuld dat hij ziek is”, zegt Oma. “Je
kunt best een feest vieren als
er weinig geld is. Je
hebt bloemen en je hebt mensen. Dat
is genoeg voor een feest. Bij
een feest smaakt zelfs water nog feestelijk. Wat
moeten de bloemen wel niet van ons denken.” Kapi
en Pika knikken. Zij
balen ook dat er geen feest is. “Als
we nou eens proberen te praten met de bloemen. Misschien
willen ze dan toch zingen, oma.” ”
Weet je wat”, zegt oma,” we vragen ze om vanavond om
zeven uur zo hard mogelijk met
de mensen van Larilo te zingen. Misschien
dat de burgemeester ze dan ook hoort. Hij
ligt nu zo stil in zijn bed Hij
is te ziek om alleen maar naar
zichzelf te luisteren. En
als hij de bloemen en de mensen hoort zingen, ontdekt
hij misschien, hoe
dom hij eigenlijk is ”. Even
later kruipen oma en alle kinderen van
Larilo door de mistige tuinen van het dorp. Ze
spreken iedere bloem aan. Het
is een hele klus om de bloemen rustig te krijgen. En
ze stinken, nu ze boos zijn. Qua
lucht lijkt Larilo wel een ziekenhuis vandaag. Het
hele dorp is vol met vreemde, vieze luchtjes. De
neuzen van de kinderen zitten onder het stuifmeel. “Luister
eens even”, zegt
oma tegen een mopperende geranium. “Niet
zeuren, je zorgt maar dat je meezingt. Iedereen
moet gewoon meezingen. Wat
krijgen we nou toch?” En
ja hoor. Om
klokslag zeven uur klinkt in heel Larilo het
bekende bloemenlied: “Luister
even … het
is hier lekker leven… in
elk bloembed. De
azalea heeft altijd pret. En
de narcis speelt trompet. Dus
burgemeester kom maar gauw uit je bed”. De
laatste regel hebben de bloemen er vandaag bij bedacht. Ze
zingen het lied telkens weer. De
burgemeester merkt dat hij meer lucht krijgt. De
stuifkoorts zakt weg. “Het
lijkt wel of ik muziek hoor”, denkt hij. Hij
moet ineens huilen. De
melodie komt hem bekend voor. Zo
zong zijn moeder vroeger ook, als
hij ziek was. Dan
werd hij altijd gauw beter. Was
zijn moeder er nog maar. Die
wist altijd wel raad met hem als
hij eigenwijs was, of boos, of
narrig van ongeduld. Dan
werd hij meteen rustig. Hij
hoort nu ook de woorden van het lied. “Warempel,
het zijn de bloemen die
zingen. Ze
zingen speciaal een regel voor mij. Ik
kan ze nu ook horen. Ik
hoor er nu echt weer bij. Ik
hoor bij de bloemen van Larilo, bij
de bomen, en bij alle andere planten. En
ook bij de dieren, en
bij de mensen van Larilo. De
mensen van Larilo zijn heel rijk, want
zij kunnen de bloemen horen zingen, in
de stilte. De
burgemeester wordt heel kalm
en rustig van binnen. In
zijn pyjama stapt hij het balkon op. Zijn
neus is nog een beetje rood van de stuifkoorts . Vandaag
houdt hij geen toespraak. Hij
wil alleen nog naar het bloemenlied luisteren. En
de lucht ruikt weer naar zomerbloemen. De
mensen zijn heel blij. En
voor de zon onder gaat, zijn
de vlinders weer terug in Larilo. En
de burgemeester, die
zit tot diep in de nacht heel stil op het balkon. Totdat
vanuit de sterrenhemel zijn moeder zachtjes
naar hem lacht. Dan
gaat hij rustig slapen, net
zoals vroeger. |
zingende – dziedāt (īpašības vārds) bloem – ziedš eigenlijk – īsti nooit – nekad boos – dusmīgas geven – dod wereld – pasaule kleur – krāsu geur – smarža terugvragen – prasīt atpakaļ denken – domā vaak – bieži voor wat hoort wat - Jums vienmēr ir
jāmaksā par visu kunnen – var veel – daudz leren – apmācīt toch – joprojām vandaag – šodien heel – ļoti nog wel – īsti juni – Jūnijs horen te – vajag mooi – daiļš vooral - jo īpaši kwaad - dusmīgas burgemeester – mērs tuin – dārzs schelden - nolādēt dat het een lieve lust is –
ļoti daudz om hen heen – ap tiem hangt - ir gewoon - vienkārši onaangenaam - nepatīkams stank – smaka in plaats van – vietā zomergeur – vasaras smarža stuifmeel – putekšņi schieten – lidot alle kanten - visām
pusēm lijkt – šķiet mist – migla hangt - ir kunnen – var grasveld - pļava niet - ne eens - vienreiz meer – vairāk vlinder -
taurenis vluchten - bēgt volgende - nākamais geen zin hebben in – ne
vēlēos darīt opgefokt - satraukuma trouwens – turklāt goed – labi / krietni vinden - atrast deken - sega boven – virs slaapkamer – gulamistaba hoesten - klepot proesten – ļoti
šķaudīt ketting – ķēde schieten - šūpojās heen en weer – turp un
atpakaļ ziek – slims benauwd - apgrūtināta
elpošana hoge koorts – drudzis dokter – ārsts staat – ir naast - blakus zijn – viņa bed – gulta ernstig - nopietns vorm - suga stuifkoorts – ‘putekšņiu drudzis’ / alerğija overgaan – apturēt voorlopig - pagaidām zeker - noteikts bloemblad – ziedlapa tegen – pie niet helpen – nepalīdz spuit – šprice dik – biezs naald - adata rood – swarkans telefoon - tālrunis ramp - liela
nelaime fatsoenlijk
-pienācīgas besturen -
pārvaldīt gebeuren – notikt uitschakelen - atspējot vinden – domāt niemand – neviens kan – var hijzelf – viņš (pats) zichzelf - pats zeggen - teikt ben - ir beste - vislabākais tenminste – vismaz altijd – vienmēr secretaris - sekretārs bellen – zvana gemeentehuis – pilsētas
dome kuchen - klepot ramp - liela
nelaime plan - plāns krant - laikraksts / avize teletekst - teleteksts ziek – slims iedereen – ikviens moeten – vajag binnen – iekšpusē blijven – palikt tot - kamēr schuld- atbildība rotbloem – nejauks zieds bovendien – turklāt kreng - lempis niet tegen kunnen – ne var
palikt gewoon - tikai plastic - plastmasa ik – es nu – tagad - šobrīd weten – zināt je – tu natuurlijk – protams willen – gribēt waarom – kāpēc even – brīdis verhaal - stāsts feest vieren - svētki zomer - vasara zingende – dziedāt (īpašības vārds) wie – kurš goed – labi stil – nedzirdams luisteren – klausīties muziek maken - atskaņot mūziku soms – dažreiz hun - viņu naam - vārds zien - atrast viooltje – atraitnīte (Dutch: viool = vijole) fluitenkruid – kāds
zieds (Anthriscus sivestris) (
fluit = flauta) trompetnarcis
= dzeltenā
narcise (trompet = kornete) grasklokje = pulkstenīte
( klokje = mazs baznīcas
zvans) fijn vinden = patikt keer - reizes per jaar - katrs gads samen – kopā mensen -
cilvēki dansen - dejot kring - aplis oud – auksts boom – koks bloemenkrans - diadēma bakker – maiznieks (lachen = smiekli) (brood = maize) spuiten - apsmidzināt / taisīt bloemen - puķes slagroom - krējums taart - kūka geen - neviens feest - svētki op zijn – izlietots geld – nauda gemeente – pilsēta bijna - gandrīz stuiver - kapekas uitgeven – iztērēt bovendien – turklāt houden van – patikt kan - var stil – nedzirdams luisteren - klausīties soms – dažreiz raad – labs
ieteikums oude – sens boom – koks wanneer – ja bestuurszaak - pārvaldības jautājums zelfs - pat burgemeester – mērs te moeilijk - sarežģītās dit jaar - šogad vergeten - aizmirst afschaffen - atcelt demonstreren - protests spandoek - plakāts geholpen – perfectum of sniegt
palīdzību eigenwijs -
stūrgalvīgs nodig vinden – nav
nepieciešams lucht van iets krijgen -
atrast vies - netīrs woest - dusmīgs op last van - saskaņā ar komandu moeten – vajag binnen blijven –
iekšpusē ouders – vecāki vinden – domāt onzin -
muļķības mal
- savāds frats - draiskulība hoeven - vajag niet – ne gehoorzamen - pakļauties mens –cilvēks eigen – savs verstand - intelekts gebruiken - izmantot blijven – palikt binnen – iekšpusē trouwens – turklāt gezellig – patīkami zacht – maigs koekje – biskvīts met – ar hand – plauksta tafel - galds krant – laikraksts / avīze open - atvērt bericht – paziņojums burgemeester - mērs schuld - vaina eigen -savs ziek- slims feest vieren - svētki weinig – daži geld - nauda genoeg – diezgan voor – priekš smaken - garšot zelfs – pat water – ūdens feestelijk – patīkams knikken - klanīties balen – pavisam napatikt proberen - mēğinu praten – runāt misschien – varbūt willen – gribēt weten – zināt wat - kaut kas vragen - jautāt vanavond –šovakar zeven – septiņi uur – stundas hard – skaļš zo – tik mogelijk - iespējams horen – dzirdēt stil – nedzirdams bed –gulta alleen maar -tikai luisteren – klausīties zichzelf – pats ontdekken – atrast / atklāt hoe dom –kā muļķis eigenlijk – īsti even later - nedaudz vēlāk kruipen - rāpo mistig – miglains tuin – dārzs dorp - ciema aanspreken - aprunāties klus – liels darbs rustig krijgen - remdēt stinken - smirdēt boos
- draudosš qua
- attiecībā uz lucht - ārija lijkt - šķiet ziekenhuis - slimnīca vandaag – šodien neus – deguns kinderen –bērni zitten onder - ir pārklāti ar stuifmeel - putekšņi mopperen – kurnēt geranium - ģerānija zeuren - šķendēties maar zorgen - jāizdara meezingen - dziedāt līdzi iedereen – ikviens wat krijgen we nou? – kā
tā var klokslag – pēc pulksteņa klinken - izklausās bekend - labi pazīstams lied – dziesma bloemen – pukes hier - šeit lekker – patīkami leven - dzīvot bloembed - puķu dobe azalea - acālija narcis - narcise komen – / ierasties
/ nākt gauw – ātri uit – ārā / ne
iekšā bed - gulta laatste – beidzamais regel - rinda bedenken - izgudrot telkens – vairāk weer - atkal merken – realizēt meer – vēl lucht - ārija krijgen - iegūt stuifkoorts – ‘putekšņi drudzis’ wegzakken - slīgt muziek - mūzika horen - dzirdēt moeten – vajag ineens – pēkšņi huilen – raudāt melodie - melodija voorkomen - līdzinās bekend - bekend
- labi pazīstams zong
–past of dziedāt vroeger - agrāk zijn - viņa moeder - māte als - ja ziek - slims werd beter – past of kļūt veseliem altijd – vienmēr gauw - ātri weten - zināt raad - padoms met – ar // dēļ hem – viņam eigenwijs -
stūrgalvīgs of - vai boos – dusmīgs narrig - etiepīgs ongeduld - nepacietība rustig - mierīgs meteen – nekavējoties horen – dzirdēt woord - vārds warempel - patiesi speciaal - speciāli regel - rinda erbij horen - ir daļa no grupas horen bij – ir dala no bomen - koki planten - augi andere – citi dieren - dzīvnieki heel – ļoti rijk – bagāts want – jo kunnen - var stilte - klusums kalm - mierīgs van binnen - iekšā pyjama - pidžama balkon – balkons stappen - soļot een beetje nedaudz toespraak - runa ruiken - saost zomer – vasara blij - iepriecināts zon ondergaan -
saulriets vlinders - taureņi terug –atpakaļ diep in de nacht - dziļi naktī ster – zvaigzne hemel – debesis zachtjes – kluss lachen – smiekli slapen – gulēt vroeger - agrāk |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Words in syllables |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||