Interview Wim Rhebergen Contact: rhegie1@planet.nl |
|
Bert Koerselman Ik was een jongen met een geheim |
|
|
|
Bert Koerselman |
|
De eerste zin in het voorwoord van het
boekje ‘De verkeerde kant…’ van Bert Koerselman luidt: “De titel van dit boek
verraadt wellicht dat er sprake is van homoseksualiteit, en dat is juist…..
De hoofdpersoon ontdekt met vallen en opstaan ‘de goede kant’, wat
uiteindelijk een mooi en gelukkig mens van hem maakt.’ Bert Koerselman heeft zijn vriend
Maarten Icks meegenomen. Een gelukkig stel, dat –
zo blijkt in de loop van het gesprek – al dertien jaar bij elkaar is. Bert zegt blij te zijn dat het boek nu
uitgegeven is en overhandigt mij een exemplaar. Het boek heeft een speels
roze kaft. Ik vraag hem of het boek autobiografisch is. “Nee! Het tegendeel
is het geval. Ik heb het boek geschreven uit bewondering voor mensen, die het
vertrouwde los durven te laten en voor zichzelf kiezen, omdat het niet anders
kan.” |
|
|
|
|
|
Ik
was een jongen met een geheim “Eigenlijk is dit mijn tweede boek. Ik
heb al eerder een boek geschreven, maar dat kent niemand; alleen Maarten
heeft het gelezen. Dat eerste boek ging over mijzelf. Dit tweede boek is precies het
tegenovergestelde. De hoofdpersoon komt al op jonge
leeftijd voor zijn homoseksuele gevoelens uit, ondanks dat hij in een omgeving
is geboren en opgegroeid, die homoseksualiteit afwijst. Hij is sterk en moedig. Ik zou willen
dat het ook bij mij zo gegaan zou zijn. Ik was 27 toen ik uit de kast kwam.” “Wat hield je tegen?” “Nee, het waren niet mijn ouders; zij
waren vrij liberaal en zouden daarover geen problemen hebben gemaakt. Nee,
het zat meer in mijzelf. |
|
|
|
↑ hier ben ik achter in de
twintig 3e schooljaar van de MTS in
Deventer, afd. bouwkunde, ik ben hier ca. 20 jaar (bovenste rij, 3e van
links) → “Maar
die kinderlijke naïviteit was ineens voorbij. Ik was een jongen met een
geheim.” |
|
Ik was ongeveer 14 jaar, toen tijdens
de les maatschappijleer over homoseksualiteit werd gesproken naar aanleiding
van een tentoonstelling in een jongerensoos. Het was een jongensschool en ik merkte
hoe iedereen in de klas er erg lacherig op reageerde. Ik begreep dat mijn
gevoelens een naam hadden, homoseksualiteit, maar ook dat ik er heel
voorzichtig mee moest zijn. Mijn gevoelens waren dus niet zo
normaal als ik altijd had gedacht. Maar ik ben niet naar de
tentoonstelling wezen kijken en ook op de jongerensoos liet ik me niet zien. Mijn kleine verliefdheden had ik
voordien nooit als probleem ervaren. Ik deed er toch geen mens kwaad mee?
Maar die kinderlijke naïviteit was ineens voorbij. Ik was een jongen met een
geheim.” |
|
|
Ik
liep vast “Tot mijn zevenentwingste
heb ik met dat geheim rondgelopen. Er gebeurde in mijn leven van alles. Ik kreeg een baan bij Defensie en
verhuisde van Zutphen, waar ik tot dan altijd had gewoond, naar Elburg. Ik weet nog wel dat ik Zutphen per se
wilde verlaten als ik daarvoor de kans kreeg en dat had te maken met mijn
geheim. Maar ja, toen kwam ik in Elburg op de
Veluwe en dat was ook niet bepaald een omgeving die uitnodigde om iets met
mijn geheim te doen. In Zutphen had ik nooit over mijn
homoseksuele gevoelens gesproken en in Elburg deed ik dat ook niet. Ik was bang, eenzaam, alleen. Als je met een geheim rondloopt, is je
belangrijkste zorg toch dat niemand dat geheim te weten komt. Ik had geen vrienden. Ik was bang om vrienden te maken. Later heb ik wel eens gedacht dat je het
maken van vrienden juist in de puberteit leert. Elkaar in vertrouwen nemen, delen van
ervaringen, ook ruzie maken en vrede sluiten. Het zijn allemaal dingen die ik
later heb moeten leren. Ik heb als het ware de puberteit
overgeslagen. En dan loop je toch op een bepaald
moment vast. Ik werd overspannen. Toen was ik dus zevenentwintig.” |
Hier ben ik ca. 18 jaar en bezig als kerkorganist
in mijn geboorteplaats Zutphen in de gereformeerde kerk 'de Wijngaard' |
|
Co
en Rien “Aan Co en Rien, een ouder echtpaar,
heb ik toen als eerste over mijn homoseksuele gevoelens gesproken. Co kende ik uit de plaatselijke
werkgroep “Amnesty International” en Rien
was een collega kerkorganist die mij ook heeft gepusht om organist te worden.
Het gesprek was een hele stap voor
mij, maar zij reageerden heel rustig met: “Bert, wat vertel je ons nu voor
nieuws?” Ze waren helemaal niet geschokt of zo. Integendeel, het leek eerder
nonchalant, zo van ‘ waar maak je je druk om?’ Na dit gesprek gebeurde er van alles. Ik was opgelucht door hun positieve
reactie. Ze hebben me ook geholpen om het bij
anderen bespreekbaar te maken. Zij hebben
mensen met wie ik omging, voorbereid op mijn ‘coming-out’.
Niemand deed er moeilijk over.” |
Bert Koerselman 2010 |
|
De
Kringen “Hoe ging het verder?” “In Zwolle, de grote stad niet zo ver
van Elburg, had je het C.O.C en ‘De
Kringen’, twee organisaties met een homoseksuele identiteit. Het C.O.C. was meer extravert, wilder
dan ‘De Kringen’, die introverter waren, ‘veiliger’. Het C.O.C was nog een stap te ver, ik
ging dus naar “De Kringen’. Een oude Dominicaanse pater leidde
daar een gespreksgroep voor homoseksuele mannen. Het was een gespreksgroep, maar het
was ook een beetje soosachtig. Je kon er je ‘gevoelsgenoten’
ontmoeten. ‘De Kringen’ waren destijds opgezet
door de bekende pater Van Kilsdonk, Alje Klamer, de televisiedominee in die dagen en ds. Brussaard.” Maarten : “Als ik in Amsterdam
uitging, in de jaren negentig, zag ik pater Van Kilsdonk
door de homotenten schuifelen. Ja, dat deed hij. Een bijzondere man. Het was
ergens in de negentiger jaren.” Bert: “Bij ‘De Kringen’ leerde ik
Frits kennen. Ook een Dominicaan. We konden goed met elkaar praten en we
gingen samen ook wel eens naar een concert. Hij stierf onverwachts. Hij kwam
niet opdagen voor de eucharistie. Toen men ging kijken waar hij bleef, zag
men hem dood in zijn bed liggen. Het was een hele schok voor iedereen die hem
kende.” |
Men
wist niet dat er zo veel homoseksuelen in Ermelo rondliepen. |
|
Ermelo “Ik verhuisde naar Ermelo en was daar
actief als kerkorganist in de PKN (Protestantse Kerk in Nederland). In dat kader was ik nauw betrokken bij
de roze viering. Toen twee Ria’s
hun kind wilden laten dopen (een van de Ria’s
baarde het), zei ds. Jan Brörens: “Kom maar bij ons!” De kerk puilde uit. In de Nederlandse
pers werd er druk over de dienst geschreven. Er was veel ophef. Naar aanleiding van de dienst zijn
toen ‘De Kringen’ in Ermelo opgericht. Men wist niet dat er zo veel
homoseksuelen in Ermelo rondliepen. Ik werd mede-kringleider. Veel mensen hebben me toen hun verhaal
verteld. Vaak treurige verhalen, waarin voortdurend
bleek hoe moeilijk het was om je als homoseksueel vrij te voelen in een
vijandig christelijk milieu. Al die verhalen waren mede een
inspiratiebron voor mijn boek. De hoofdpersoon Mark Broshuis komt uit
een streng orthodox christelijk gezin, waar vader de baas is. Als Mark over
zijn genegenheid voor zijn vriend spreekt, zegt zijn vader: “Het is een duivelse ziekte, een gruwel in
Gods ogen en ik wil niet dat mijn zoon hieraan toegeeft.” Het is heel moeilijk om de
confrontatie met je ouders aan te gaan, zoals mijn hoofdpersoon dat wel doet.
Ik bewonder dat in hem. Ik vind dat je dat eigenlijk zo moet
doen. Daarom heb ik het boek ook geschreven,
om te laten zien hoe het ook kan. Even terzijde: In het boek zijn alle
plaatsnamen verzonnen, zodat niets te herleiden is personen en plaatsen.” |
Maarten
Icks 2010 |
|
Bert
en Maarten “En hoe hebben Bert en Maarten elkaar
ontmoet?” “Dat was in Heeze, Noord Brabant, op
het conferentieoord ‘Kappellerput’. Wij waren, zonder dat we elkaar toen
nog kenden, beide op een weekendbijeenkomst, georganiseerd door Het
Humanistisch verbond en uitgevoerd door Odyssee. Bij de ontbijttafel kwamen we naast elkaar
te zitten. Maarten: “Ik had je de avond tevoren
al wel gezien – of eigenlijk ’s nachts. Het was volgens mij een uur of twee.
Ik ontdekte je toen je tegen een muurtje zat.” “We woonden ver van elkaar en we
hebben in de eerste twee jaar veel gependeld. Ik met de auto, Maarten met de
trein. Liefde overwint alles. In 1998 zijn
gaan samenwonen. Binnenkort verhuizen we naar Zwolle. Binnenkort – dat is dus
twee dagen na het interview. Een nieuwe tijd breekt aan - met wellicht een
nieuw boek.” |
|
|
|