Wim Rhebergen Interviews ► Home ► Contact: rhegie1@planet.nl september
2006 |
|
|
|
|
|
|
De herkenbare stad
over stedenbouw nu en in de toekomst, elektromagnetische straling, gezondheid en milieu, de gulden snede.
"Een stedenbouwkundige ziet de toekomst van een stad voor zich, weet hoe die zal moeten functioneren. Ik zeg stad, maar het kan ook stadsdeel of dorp zijn. Ik wil een stad die zichzelf leest, een stad met herkenbare plekken, die organisch met elkaar verbonden zijn. Een marktplein is een marktplein - en dat zie je, voel je en ervaar je als je op het plein staat. Ik moet echter constateren dat we de stad niet meer zo bouwen. Alles is tegenwoordig meer van hetzelfde. Zie de nieuwbouwwijken waar ons land zo rijk mee gezegend is. Ze zijn uitwisselbaar, missen uniciteit, zijn saai en vervelend.
In mijn visie drukt de kwaliteit van de stad zich uit in specifieke, geïdentificeerde verhoudingen, in heldere relaties tussen gebouwen onderling en de functies die ze hebben, in een congruente aansluiting met de omgeving.
In de oude steden herken je die kwaliteit. Ik noemde al het marktplein. Het marktplein in de oude stad werd gevormd door de gebouwen rond het plein. De gebouwen doen het plein functioneren, ze maken het plein tot wat het is, een levendige, economisch belangrijke plek in de stad."
Waarom bouwen we geen herkenbare stad meer? "Men denkt dat het te duur is. Ik ben betrokken geweest bij de bouw van een nieuwe stadswijk direct naast een complex chemische industrie. Ik vond het onverantwoord. Ik had Seveso voor ogen, waar in juli 1976 een chemische fabriek ontplofte en een wolk giftige dioxine uitstootte. Er vielen gelukkig geen doden, maar wel werd een groot deel van de bevolking ernstig verminkt. Maar het was beter om niet te zeggen dat de wijk beter ergens anders gebouwd kon worden. Waar zou die nieuwe grond voor de stadsuitbreiding gevonden moeten worden? En wie zou dat betalen?
Een belangrijke factor in de huidige manier van stedenplanning en bouw is de wijze waarop we tegenwoordig bouwen. We beginnen met het terrein braak te maken. Alles moet weg. We egaliseren de grond. En als alles leeg en glad is, beginnen we pas met bouwen en aanleggen van straten en dergelijke.
In mijn ogen is het een creatieve uitdaging om bij het bouwen van een stad of stadsdeel uit te gaan van het landschap. Het is de eerste karakteristiek die de stad of het stadsdeel identiteit heeft. Een dorp ontstond aan een bocht in de rivier, een stad op het snijpunt van wegen. Schrale zandgrond maakt een ander dorp dan vette kleigrond. De vegetatie is anders, en ook de fauna. Ik weet natuurlijk wel dat je met kunstmest veel kunt doen, maar als je de elementen van het oorspronkelijk landschap niet respecteert, gaat de belangrijkste bron, waar de stad haar oorspronkelijkheid aan ontleent, verloren.
Er is meer. Er is een reden dat er in verschillende steden onderscheiden architectonische scholen zijn ontstaan. Er is bijvoorbeeld een Amsterdamse school, een Haagse en een Bossche school. Goede architecten bouwen voort op het karakter van de stad en dragen vervolgens met wat ze bouwen, aan dat karakter bij. Dat is kwaliteit. Tegen al die gemeenten die aan het bouwen zijn, zou ik willen zeggen: Kijk eerst naar wat je in huis hebt en ga daarmee verder. Zoals de oprijlaan van een Frans kasteel zich voortzet in de tuinen achter het kasteel en de Défense in Parijs in het verlengde van de Champs Élysées ligt. In Nederland lijken we dit principe helemaal verloren te hebben. We bouwen maar raak, met als gevolg bijvoorbeeld dat de verwijzingen naar de oude stad in de Vinexwijken totaal ontbreken. De wijken liggen plompverloren in het landschap. De verbinding met het centrum is zoek gemaakt. Er zijn uitzonderingen. In Eindhoven loopt een fantastisch groengebied, dat buiten de stad begint en zich voortzet tot de Technische Universiteit in het centrum van de stad.
Voor mij als stedebouwkundige was dit een van mijn belangrijkste aandachtsgebieden. Er zijn veel mogelijkheden om te herstellen. Oude waterstromen, die in de loop van de tijd om wat voor reden ook, verborgen zijn, kunnen opnieuw zichtbaar gemaakt en benut worden om de stad opnieuw de structuur te geven die ze ooit had. Verbind de historie met het heden. Geef oude monumentale gebouwen, straten, pleinen en stegen, opnieuw een plek in het geheel. Waarom breek je een oud kerkgebouw af als het een markant herkenningspunt van een buurt is, soms met een fascinerende geschiedenis? Als je het gebouw sloopt, komt er - als je niet oppast - een nietszeggend appartementencomplex voor in de plaats. Het is een soort politiek-bureaucratisch vandalisme, waar de honden geen brood van lusten."
Grond en grondprijzen "Veel wat er in de stedenplanning in Nederland gebeurt, is verklaarbaar uit de schaarste aan grond en ruimte. De grondprijs is daarbij de essentiële factor. Overigens, we hebben die grondprijs jarenlang aardig in de tang kunnen houden. Het riep internationale bewondering op. Buitenlandse deskundigen vroegen me wel eens: "Hoe houden jullie die grondprijzen betaalbaar?" Elk land worstelt op zijn manier met zijn grootgrondbezitters, die het grote geld maar wat liefhebben. De sociale woningbouw, die na de 2e wereldoorlog op grote schaal plaats vond, werd mogelijk gemaakt door een strak overheidsbeleid van regels en richtlijnen met betrekking tot o.a. het verwerven van bouwterreinen. Het is heel jammer dat dit strakke beleid is losgelaten, mede door het argument dat er een grotere verscheidenheid in de bouw moest gaan plaatsvinden. Van dit laatste, zo moge duidelijk zijn, ben ik eveneens een groot voorstander, maar in de praktijk zie je toch dat die differentiatie slechts in geringe mate tot stand komt. Debet daaraan zijn de economische afwegingen die steeds worden gemaakt. Goedkopere woningbouw wordt op dit moment om die reden bijna niet meer gerealiseerd. We leven in een wereld van snel en veel geld willen verdienen en men is geneigd om alles wat een beetje geld kost, - zo het al in de plannen staat - eruit te schrappen."
Het renoveren van bestaande gebouwen "Op het ogenblik houd ik me sterk bezig met de renovatie en restauratie van oude gebouwen. Ik stel me daarbij de vraag hoe je de oude kenmerken in stand kunt houden en accentueren en daarnaast het toch zo kunt maken dat het gebouw voldoet aan de moderne eisen. Ook in de renovatie van een oud gebouw hanteer ik het adagium, dat een gebouw zichzelf moet lezen. Een woonkamer is om te wonen, een slaapkamer om te slapen en een schuur om dingen op te bergen. Tussen twee haakjes: ik ben niet tegen multifunctionele ruimtes, maar ik zeg: maak er dan ook duidelijk multifunctionele ruimtes van. Het geeft mij voldoening als ik van een oude arbeiderswoning een moderne woning kan maken, met behoud van het unieke karakter van het huis. Of van een oude boerderij een woonhuis. De oude deel, waar de koeien in rij stonden, wordt een woonkamer, prima, maar de uitdaging is om de belijning van het gebouw zichtbaar te houden. De ruimte waar het veevoer werd bereid, kan nu fungeren als een keuken, en het kippenhok wordt een slaapkamer. De bewoners van het pand wonen niet in een anoniem gebouw, maar in een huis met een verhaal."
De wethouder met de portefeuille ruimtelijke ordening "Laten we het hebben over de wethouder met de portefeuille 'ruimtelijke ordening'. In de opleiding tot stedebouwkundige hoor je daar niets over, terwijl hij in de praktijk een dagelijkse ervaring is, één van de belangrijkste spelers in het spel. Mijn ervaring is dat je wethouders in soorten hebt. Sommigen hebben visie en dat is veel waard. Maar het gevaar is levensgroot is dat zij ondanks de visie die zij hebben, door de projectontwikkelaars overdonderd worden. Een ander aspect is dat een visie ook een luchtkasteel kan zijn, niet praktisch en niet uitvoerbaar. Ook dat is een ramp. Een voorbeeld: Een grote stad kende ooit sterke bestuurders, die de droom hadden om de stad een geheel nieuwe skyline te geven en volledig te vernieuwen. Vervolgens kwam er een proces op gang, waar werd afgebroken en vernietigd omwille van de nieuwe projecten, die allemaal tegelijkertijd gerealiseerd moesten worden. De geleidelijkheid waarmee in mijn ogen een stad zich moet ontwikkelen en groeien, ontbrak volkomen. De hele stad kwam stil te liggen. De eerste taak van bestuurders is - naar mijn mening - de verschillende aspecten van een beoogde vernieuwing tegen elkaar af te wegen en oog te hebben voor de continuïteit van de stad en het dagelijks functioneren. Ik pleit voor minder rigoureuze ingrepen, voor minder grootschalige projecten, voor een meer organische vernieuwing en geleidelijkheid, waarbij een breuk met het bestaande vermeden wordt. Ik denk dat je dan een mooiere en evenwichtiger stad krijgt."
Energiestraling en gezondheid "Mijn zwager voorspelde me al eens dat ik ooit me zou bezig houden met stedenbouw, architectuur en energiestraling. Op dit ogenblik verdiep ik me in dat onderwerp. Naar mijn mening zal in de loop van de tijd hierover kennis ontstaan, die veel invloed zal hebben op de verdere ontwikkeling van steden en architectuur. Wetenschappelijk is er nog niet zo veel onderzoek op dit gebied, althans in Nederland. Dat zal zeker komen. De invalshoek wat betreft stedenbouw en architectuur is gezondheid en milieu. Het probleem bij straling - elektromagnetische krachtvelden - is, dat het niet altijd aangetoond kan worden, hoewel.... er zijn tegenwoordig instrumenten, die straling objectief kunnen meten. Echter, als het dan gemeten wordt, is het nog steeds de vraag of het de gezondheid beïnvloedt. In het buitenland wordt veel onderzoek naar mogelijke verbanden gedaan. Nederland blijft op het ogenblik daarbij wat achter, maar ik denk en ik hoop dat het ook bij ons in de toekomst een belangrijk object van onderzoek zal worden. In de niet wetenschappelijke wereld is er echter al wel veel kennis en ervaring over de werking van straling. Het is mijn stellige overtuiging dat wij de kennis die we hebben, al dan niet wetenschappelijk verkregen, serieus dienen te nemen."
Aardmagnetisme "Wij weten vanuit de geschiedenis dat onze voorouders bij het bepalen waar gebouwd werd, zich lieten leiden door priesters en tovenaars. De magiërs wezen de plek aan waar het goed was om te bouwen en zich te vestigen. Het aardmagnetisme was daarbij een belangrijk gegeven. Materie geeft straling af, positief en negatief. Het aardmagnetisme hangt o.m. samen met oude waterstromen, onderaardse rivieren en breuklijnen in de aarde. Statistisch kan men bewijzen dat negatieve aardstraling correleert met het ontstaan van kanker. Nog steeds is het geloof in kwalijke 'aardstralen' levendig, ondanks dat het vaak wordt afgedaan als 'bijgeloof'. Het lijkt me evident dat het bestaat en dat negatieve straling de gezondheid schaadt. Vooralsnog vind ik de wichelroede - bij gebrek aan beter - nog niet zo'n slecht instrument. In dit verband noem ik ook de lecherantenne. In tegenstelling tot Nederland wordt in Duitsland en België bijvoorbeeld de wichelroede steevast in het protocol van bouwen opgenomen."
Emoties zijn energie "Emoties zijn vormen van energie, psychische energie. Spanning, conflict, verdriet en woede, ze blijven hangen in het gebouw en nestelen zich in alles wat materie is. Je voelt het wanneer je het huis binnenkomt. Sommige huizen, gebouwen, zijn niet pluis. Je hoort wel eens de verhalen van de paragnosten, die op een plek een traumatisch gebeuren uit de geschiedenis vermoeden. De realiteitswaarde van deze verhalen kan ik niet beoordelen, maar ik ben er bijna zeker van dat materie emotionele energie in zich opneemt en bewaart. En zoals je het huis regelmatig moet schoonmaken van stof en het huis moet ventileren terwille van de gezonde lucht, zo moet men het huis ontdoen van ongezonde spanning." "Hoe?" "Door het huis - letterlijk - een grote schoonmaak te geven, de muren eens opnieuw te sausen en dergelijke. Vroeger had je de priester die het huis inzegende. Misschien ligt het geheim van een schoon huis wel in kleine intenties. Ik denk ook bijvoorbeeld aan het opnieuw inrichten van een kantoor door de nieuwe gebruiker, al plaats je maar enkele persoonlijke attributen op je bureau. Je definieert je territorium. Het is een bijna intuïtieve handeling, die nergens is voorgeschreven. Er is blijkbaar een innerlijke noodzaak om de ruimte het stempel van de persoon te geven, die bij de ruimte hoort.
"Zijn al die energieën: GSM- en UTMS-straling, aardmagnetisme en emotionele energie hetzelfde?" "Ik denk het - hoewel de frequentie enorm kan verschillen. Alles is per slot van rekening energie."
De gulden snede De gulden snede is een verhoudingsmaat, die de oude Grieken al definieerden en phi genoemd werd. Voor Pythagoras (geboren 582 voor Christus) had het verhoudingsgetal een mystieke waarde en Euclides (3e eeuw voor Christus) beschreef als één van de eersten de bijzondere wiskundige eigenschappen ervan. Veel later (1509 na Christus) tekende Leonardo da Vinci de gulden snede als de maat van het menselijk lichaam. De gulden snede vinden we veelvuldig terug in de natuur en is bepalend geweest in de culturele vormgeving in de Westerse wereld - architectuur en schilderkunst, maar ook in de muziek.
Tussen twee haakjes: Ik beschouw de 'gulden snede' als een Westerse pendant van de tegenwoordig in opgang zijnde Oriëntaalse Feng Shui-beweging. De Feng Shui probeert aan te geven hoe energieën van een ruimte in balans met elkaar kunnen worden gebracht en de natuurlijke harmonie vergroot kan worden.
Het is heel jammer dat die 'gulden snede' in onze tijd vaak wordt losgelaten. Naar mijn mening is de 'gulden snede' een welhaast universele wet, waarin harmonie en evenwicht uitgedrukt wordt, en zoals Da Vinci aangaf een elementaire maat voor de menselijke schaal. Wijk je daarvan af, dan komt chaos en verwarring. Ik vraag me af of je dit ongestraft kunt doen. Als voorbeeld noem ik de eigentijdse doolhofwijken. Ze missen een herkenbaar patroon en verliezen zich in een irritante ingewikkeldheid en kneuterigheid. Er is een schoonheid in steden en wijken, die volgens een patroon gebouwd zijn, bewust of onbewust. Amsterdam bijvoorbeeld met zijn grachtengordels. Of oude vestingsteden, zoals Naarden, en kastelen.
Tenslotte wil ik nog wel opmerken dat het me niet gaat om een gedetailleerd voorschrijven van hoe er gebouwd en ingericht moet worden. Het gaat mij om de verhoudingen en kaders, waarbinnen gewoond en geleefd wordt. De mens die leeft, is vrij en niets is erger dan wanneer alles een vaste plaats heeft gekregen en niets meer beweegt. Energie moet stromen. Al ons bouwen en inrichten behoort daarop gericht zijn.
|