Etta Boerkoel
werkt momenteel fulltime als
beeldend kunstenaar.
Ze maakt schilderijen in
acryl, pastel-tekeningen en (eerder) zeefdrukken.
Ze fotografeert en legt zich meer
en meer toe op het etsen.
De geëtste zinken of koperen
platen worden in eigen atelier vervaardigd en afgedrukt op 285grs. Rosaspina, een diepdrukpapier van Fabriano.
De etspers
is een Polymetaal JPV-70.
Voor contact:
e.boerkoel@hetnet.nl
Links
Etta Boerkoel
Cultuurlokaal
Grafiekkunst
Kunst in Utrecht
Foto: Etta Boerkoel
© Etta Boerkoel
Gedicht: Tussen
planten © Wim Rhebergen
Ets: Tussen planten © Etta Boerkoel
|
|
|
Etta is een vroegere klasgenoot,
die ik onlangs ontmoette op een reünie.
Ze staat bij de deur en begroet me. Drie kussen als begroeting. Dat is nieuw,
want dat deden we vroeger niet. Ik kom de gezellige woonkamer binnen en weet niet
waar ik kijken moet: schilderijen en etsen aan de muur en in lijsten tegen
elkaar gezet en grote, gele tulpen in een vaas naast de bank.
"Wil je mijn grafiekatelier zien?" vraagt ze.
Het komt er die middag niet van, want zodra ik een kopje koffie heb gekregen,
beginnen we haar werk te bekijken. Later zal ik het grafiekatelier waar de
etspers staat, bekijken. We halen herinneringen op. Ons geheugen is een
raadselachtig fenomeen.
Tussen planten
Tussen planten
Een gestalte met vele lichamen,
vrouwen, mannen,
iemand die kijkt,
alles beweegt met het licht
en het tumult van
gedachten
tussen planten: handen
die naar een bloem
reiken
en voeten die in de grond graven
en in het water en
nog dieper
door de kakofonie
van geluiden heen
ver voor de geboorte van de ziel.
In het onderste vlak de tekenen
van een verborgen
taal.
Wim Rhebergen
|

|
Etta: "Deze ets heb ik Tussen planten genoemd, een compositie
opgebouwd uit mensen, planten en onderin een zwart vlak met geheimzinnige
tekens.
Mijn werk gaat over mensen. Soms herkenbaar en weet ik wie
ze zijn, soms onherkenbaar en abstract. Ik teken gezichten en gestalten en
maskers.
In deze ets bijvoorbeeld, met Franse
klimplekken, is de vriendin van mijn oudste zoon de hoofdpersoon. Zij
beklimmen samen bergen in Frankrijk en ik heb de klimplekken erbij gezet: Orpierre, Verdon, Saffres, Chamonix, Bleau. Zie
je de ruwe bergwand en de knoppen waarlangs ze omhoog klimt? Ze is een
bergbeklimmer, daadwerkelijk en in de geest.
In de ets Tussen planten is de mens
een abstracte figuur, vibrerend met en tussen planten, in de rechterbovenhoek
zie je dat iemand kijkt. De mens is een wezen dat naar zichzelf kijkt, kan
kijken.
In mijn werk zie je ook vaak vegetatieve elementen: planten, bladeren,
contouren van bladeren, nerven, structuren, takken, gewas. Soms komen ze
rechtstreeks voort uit de werkwijze, die ik hanteer. Deze ets bijvoorbeeld. Ginkgo. Ik heb het blad in de zachte
etsgrond gedrukt. Waar de grond ingedrukt is, is het metaal vrijgemaakt. Op
die plaats bijt het zuur in en laat sporen in de etsplaat na."
"Is toeval is
een bewust gekozen element in je werk?"
"Ja, dat zou je kunnen zeggen. Soms zie ik vlekken en
lijnen die door bijvoorbeeld het verweren van de plaat ontstaan zijn, of
wanneer de plaat niet goed schoon gemaakt is. Vooral vroeger gebeurde dat
nogal eens. Maar ik heb ontdekt dat die vlekken en lijnen toevoegingen kunnen
zijn van wat ik maak, ze complementeren en maken de ets tot wat ze is. In het
begin aarzel ik soms, maar dan opeens zie ik de functie ervan. En dan is het
goed en doe ik er niets meer aan."
"Tekens in het
donkere vlak"
"Ja, tekens in het donkere vlak. Vreemde
lettertekens, relicten van een taal die wij niet kennen. Je weet niet wat de
boodschap is. Ik ook niet. Er is iemand die schrijft. Dat besef is genoeg.
Als ik de letters heb neergezet, is het wat mij betreft goed en heb ik het
gevoel dat ik mijn werk gedaan heb. Ik hoef mijn hoofd niet te breken over de
inhoud van wat daar staat. Dat is voor de kijker. Die vreemde taaltekens
komen in mijn werk vaker voor Soms groeien de tekens uit tot
labyrinten, ritmische constructies, fractals."
Titels
"Alles wat ik maak, krijgt een titel mee, een naam die de ets of het
schilderij of de foto - wat dan ook - een identiteit geeft. De titel is een
onderdeel van het werk en bedoeld om de kijker op weg te helpen.
Doorgaans is er in mijn werk niet een logisch verhaal, maar de elementen
tezamen roepen een beeld op dat de fantasie van de kijker prikkelt. De kijker
wordt uitgenodigd te associëren en te verbeelden en daardoor ook te begrijpen
wat hij ziet. Hij maakt daardoor zelf deel uit van het kunstwerk, is partij.
In mijn schilderijen is de kijker soms letterlijk aanwezig in de witte
figuur, de persoon die niet ingevuld is. Ik noem de kijker soms ook de dromer
of de beschouwer."
"Hoe ontstaat
een titel?"
"Meestal komt dat gaandeweg. Deze ets bijvoorbeeld: Takkenbos. Het was een werktitel, maar
later dacht ik: Waarom laat ik die naam niet staan?"
Ik merk op dat de titels prozaïsch zijn en noem ze
'archetypisch'. Ik noem enkele titels, die ik al kijkend ben tegengekomen: Zoekend bij velden en wegen, Nieuwe wegen,
Niet voorbijgaand, Onderweg, Het huis van de hoge heren.
Een schilderij: Locatie van de droom
En schilderijen met titels als: Het huis
voor een dichter, Het huis van een magiër, Narrenschip, Pleisterplaats.
Etta: "Ik vind het leuk om
een titel te verzinnen. Reizen is in mijn werk een thema. Ergens ligt er een
ver land, waar je naar toe kunt gaan. Ik heb het wel eens een 'sentimental journey' genoemd,
naar het
bekende liedje."
Ruimtelijk
We bekijken de schilderijen. Het huis
voor een dichter is een imposant, veelkleurig werk, dat in de huiskamer
hangt.
Etta: "Ik moet er een
vervolg op schilderen. Het is nog niet gebeurd, maar het gaat gebeuren.
Op het schilderij zie je een huis, maar als je goed kijkt, ontdek je ook
allerlei doorkijkjes naar andere ruimtes, gaten die voeren naar imaginaire
gebieden, waar de poëet uit put, verschillende
bewustzijnsniveaus. Het huis is het hoofd, ook wel de geest, niet gebonden
aan plaats en tijd, bevat doorgangen naar onbekende gebieden."
Ze wijst dan naar een ander schilderij. Het
huis van een magiër.
"De magiër wilde zich niet manifesteren. Ik weet niet
waarom. "Als je niet wilt verschijnen", zo redeneerde ik toen,
"schilder ik je weg." Je ziet in het huis overal geheime tekens als
een soort verborgen kennis. En er is een witte duif en er is een kraai."
"En dit schilderij", zo gaat ze verder, "is het Narrenschip verbeeld. Het schip heeft
narren en dromers aan boord. De narren staan aan het stuur en de dromers wens
ik een behouden vaart.
Kijk, hetzelfde gegeven heb ik ook uitgewerkt in deze ets: Het huis van de hoge heren. Dezelfde
koppen en maskers van het schilderij komen in de ets weer naar voren. Het is
een wereld van haken en ogen, wolven en beren. De narren - alias de hoge
heren - zitten om het rad van avontuur en spelen hun spel van winst en
verlies.
Ik vraag:
"Vormen het schilderij en de ets een commentaar op de maatschappij? En
voor wie neem je het dan op?"
"Er zijn – in deze twee werkstukken!- narren en
dromers. Volgens mij krijg je met dromers alleen geen betere wereld en met de
narren alleen loopt het ook niet goed af. Zij hebben elkaar nodig."
Het spelende kind
"Een werk in acryl: Het spelende
kind. Ik heb er lang aan gewerkt. Met acrylverf kun je gemakkelijk
overschilderen. Het spelende kind danst, zweeft boven het hoofd van een witte
figuur, de dromer. Het kind, dat hij of zij in zich heeft, maakt zich los en
overstijgt hem/haar."
Een fascinerend schilderij. Als ik enige afstand neem, zie
ik de vlakken en blokken kleur, waaruit het schilderij is opgebouwd, wijken
en naar voren komen. Figuur en achtergrond keren zich voortdurend om. Niet
alleen het kind danst, het hele schilderij danst. Op een of andere manier
geeft me dat een vrolijk gevoel.
Etta: "Het schilderij heeft
een mysterieuze diepte zonder gebruik te maken van perspectief."
Ik constateer dat de andere schilderijen hetzelfde effect
hebben. Vlakken zijn tegen elkaar gezet en spelen een spel. Het is
monumentale kunst - ruimten die zich openen en sluiten, huizen, kamers,
poorten, vensters en deuren, openingen naar imaginaire gebieden.
Etta: "Mijn schilderijen
hebben ruimte nodig. En de etsen trouwens ook. Ik gebruik grote lijsten zodat
de etsen tot hun recht komen."
Foto's
En dan ontwaar ik drie foto's boven de piano. De gelijkenis met de etsen en
schilderijen is onmiskenbaar. Vlakken, lijnen, een aantal elementen en tekens
op de muur.
Etta: "Ze zijn in Venetië
gemaakt."
Ik zie op de eerste foto een oude, verweerde muur, links
staan er enkele Russische letters en koppen gespoten, er is een regenpijp en
rechts is er een overblijfsel van een aangeplakt affiche.
Etta: "Toen ik de foto nam,
wist ik niet wat die letters betekenden, maar later zei een vriend, die
Russisch kent: O, dat gaat over de Koersk, de
kernonderzeeër die 12 augustus 2000 stuurloos naar de bodem van de Barentszee zakte. K141ANWKYPCH9. Daaronder de koppen van
enkele
bemanningsleden. En aan de andere kant een onherkenbaar affiche met misschien
de aankondiging van een of andere kunstmanifestatie, een theatervoorstelling,
een concert of een politiek pamflet. Ik weet het niet."
"En de regenpijp in het midden", zeg ik,
"een aangebrachte waterafvoer, doet me denken aan de Tao - de weg van
water, waarvan Lao Tse zegt: "Als goedheid
woont het op plaatsen die anderen verachten."
Ik ga verder: "De foto's zijn niet anders dan de schilderijen die je
maakt, uitgelichte stukjes werkelijkheid, met boodschappen, die als het ware
zeggen dat de schilderijen die je maakt, eveneens werkelijkheid zijn - al zou
je dat op het eerste gezicht niet direct denken."
Ik bekijk de tweede foto en zeg: "Deze is niet anders dan de eerste. Een
lege, vervuilde muur. Daarop is een beeldje van een heilige geplaatst, met
een schaduw als een blok daaronder. Een
geschiedenisrelict, die nu vervreemd als kunst wordt geëxposeerd. En de derde
foto is ook zoiets. De muur van het Arsenaal, de historische scheepswerf,
waar de schepen van de stadstaat Venetië werden gebouwd. Een muur, die rood,
bruin, groen, grijs, wit uitslaat en een venster, dat dichtgemaakt is met
stenen van dezelfde makelei. Roestige vaten met vreemde letters staan op een
vloer met restanten van verf en olie."
Etta
"Als kind wilde ik al naar de kunstacademie. Mijn tekenleraar, meneer
Petersen in Doetinchem, stimuleerde me daarin. Later ging ik naar de
Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag, waar ik de 1e
graadsbevoegdheid voor tekenen behaalde. Ik kreeg o.a. les van Rien
Bout en Auke de Vries. Daarna was ik als docent tekenen verbonden aan
verschillende opleidingen, o.m. aan een opleiding voor tekenleraar, de Pabo
in Oegstgeest en de SPH in Den Haag. Zelfacceptatie was belangrijk voor de
studenten die ik lesgaf. Ik wees de SPH-studenten op de werkstukken van de
(verstandelijk gehandicapte) cliënten, die zij begeleidden. Hoe kun je hun
schilderijen mooi vinden als je wat je zelf maakt, niet accepteert?
Naast het lesgeven en opleiden werkte ik als beeldend kunstenaar. Regelmatig
neem ik deel aan exposities, bijvoorbeeld die van het 'Genootschap
Kunstliefde' in Utrecht, waarvan ik werkend lid ben en de Atelierroute in
Woerden, een plaatselijk initiatief, waar kunstliefhebbers één keer per jaar
de ateliers van de plaatselijke kunstenaars kunnen bezoeken."
Ik ben van deze tijd
Etta: "Maar waarom moeten we het hebben over
alles wat voorbij is. Kijk naar het werk wat ik nu maak. Ik wil nieuwe dingen
doen en maken. En er is maar één moment waarin we kunnen handelen, dat is het
nu."
Ik vraag: "Is
de moderne kunst niet vastgelopen?"
Etta: "Hoe kun je dat nu
zeggen? Er zijn steeds nieuwe kunstenaars, die nieuwe interessante dingen
maken."
Ik geef me niet gewonnen. Vooruitkijken en terugkijken
hoort dan niet bij elkaar? In je werk zijn er de tekens van een verborgen
taal. Vanwaar komt dat? Wat zit er in de grond? Ik wijs op de ets Tussen planten. Is het een
restant van een oude beschaving? Een signaal uit andere tijden? Of heimwee,
verlangen naar harmonie? Ben je een nar of een dromer? Of - en ik maak een
stap - bestaan al die werelden steeds naast elkaar in het nu? Zijn het
verschillende verbeeldingswerelden, verschillende bewustzijnsniveaus waar je
naar toe kunt gaan, reizen?"
Etta: "Het leeft in mijn
fantasie."
En dan zie ik de schilderijen, die Etta mij heeft
laten zien en die nog naast elkaar in de kamer staan. Ik zie de vlakken op me
af komen en zich dan zich weer terugtrekken, dansende figuren, vreemde
begoochelingen van de geest. We halen herinneringen op uit ons
gemeenschappelijk verleden. Herkenning. Maar zij herinnert zich ook
voorvallen waarvan ik niets meer weet en omgekeerd. Hoe kan dat? Ik neem
afscheid en zeg dat de tekst binnenkort klaar zal zijn.
|