Interview Wim
Rhebergen Rhegie ► Interviews ► Contact: rhegie1@planet.nl Martijn Linssen Sef Cornetstraat 21 5913GN Venlo |
Martijn Linssen Schilder van de hartstocht |
|
|||||
|
Vrouw, 2013 |
||||||
Martijn
Linssen ► Sef Berkers ► Jos Beurskens ► Rob Benders ► Stichting De Vrolijkheid
► |
Schilder van de hartstocht - Hij
tekende een papiervel vol met nulletjes. Elk nulletje leek op een ander
nulletje. Wilde hij
ook zo’n nulletje zijn? School en opleiding leken van hem zo’n nulletje te
maken, elk nulletje identiek aan al die andere nulletjes. Een mens zonder
hoofd, zonder hart, zonder kloten. Als
er een nulletje vervangen zou moeten worden, zou hij zonder moeite die plaats
kunnen innemen. School
en opleiding gaven hem een maatschappelijk perspectief en iedereen zei dat
dat belangrijk was, maar al die mooie en verantwoorde studieprogramma’s
riepen bij hem alleen maar wrevel op. Was
dat zijn toekomst? Hij
hield van tekenen en schilderen. Van kindsbeen deed hij dat al. Tekenen
en schilderen maakten hem gelukkig. Zou tekenen en schilderen zijn
levensbestemming kunnen zijn? Hij
durfde er vooralsnog niet aan te denken. Het bestaan van een kunstenaar is
wisselvallig. Het
werd zwart in zijn binnenste en hij zag geen hand voor ogen meer. |
||||||
Notes |
Notes |
Allemaal nulletjes |
Geen hoofd, geen hart,
geen kloten |
||||
|
|
||||||
|
“Het is nog niet eens zo
lang geleden”, zo zegt hij, “ontdekte hij de – wat hij nu noemt – de ‘flow’.
Het was het moment waar hij zich aan zichzelf ontworstelde om zichzelf weer
te vinden. Een gevoel van innerlijke kracht en vrijheid kwam in hem op, een
vreemd geluksgevoel dat hem op een hoger plan tilde. Hij tekende en
schilderde als een gedrevene. Alles leek vanzelf te gaan. De bewegingen van
binnen en buiten lagen in elkaars verlengde en vormden een geheel. Zijn
realistische werk kreeg een diepere laag en werden steeds persoonlijker. Hij
zag hoe zijn innerlijke kracht zich in zijn kunstwerken manifesteerde en
daaraan een ongekende dynamiek gaf. Hij wist toen dat het in zijn leven om
deze ‘flow’ ging, hetgeen betekende dat hij eigen keuzes moest maken. Hij had
de moed om zich aan te melden bij de kunstacademie. |
||||||
|
|
||||||
Pablo
Picasso Martijn |
Hij
las over de grote schilders en over wat hen bewoog. Hun
woorden inspireerden hem en gaven richting aan wat hij voelde. Hij
herkende bij hen de drang om zichzelf uit te drukken en ook het gevoel van
ontoereikendheid, dat
bij alles wat hij maakte, bleef knagen. Hij
voelde de noodzaak om hun visie en overwegingen te doorgronden, hun
vaardigheden en technieken zich eigen te maken, en
de beproefde methoden en werkwijzen te kennen, kortom,
hij wilde het klassieke schildersambacht leren. Hij
wilde als jonge kunstenaar het vak van een oudere kunstenaar leren. In
deze periode tekende hij een portret van Picasso en een zelfportret, los
van elkaar, maar later ontdekte hij een verband. In
beide portretten zien we het schildersoog. Schilderen
is kijken en zien. Kijken,
dat is waarnemen, openstaan voor de wereld buiten, onderzoeken; zien
is het ontdekken van het wezenlijke, de essentie van de dingen. Hij
stelde zichzelf op de proef, grimasseerde in een
spiegel en
ging in vreemde houdingen staan om te ontdekken hoe het lichaam in elkaar zit
en
hoe het beweegt. Hoe
druk je dat geheim van het bestaan uit in verf en materie? Zou
je als je direct met je vingers in de verf zit, zonder de intermediair van
kwast en penseel, beter
dat geheim kunnen uitdrukken? Hij
zocht naar vormen en kleuren. Het
donkere zwart dat in enkele van zijn vroegere schilderijen overheerste, maakte
plaats voor nieuwe, flitsende en intense kleuren. Hij
experimenteerde en verfde nat op nat, alles over elkaar heen. Hij
ontdekte hoe de draaiingen van zijn penseel en kwast het stempel van zijn
motoriek droegen –
en in zijn gepassioneerdheid zag hij hoe verf op verf kwam en
dat zijn schilderijen door de dikke verflagen welhaast driedimensionaal
werden. Hij
bleef leergierig en wilde nu ook de ruimtelijkheid verkennen. Hij
wilde beeldhouwen en grote kunstobjecten maken, ging
met de camera op stap en droomde ervan video-installaties te maken. Zijn
creativiteit bracht hem in een wonderlijke wereld. Het
vervulde hem met blijdschap; hij maakte iets dat nog niet bestond. |
||||||
|
|
||||||
Lente 1 en 2, 2014 |
|||||||
Leermeesters Zijn eerste grote leermeester met wie hij een vertrouwensband
opbouwde, was de Venlose kunstschilder Sef Berkers. Hij bezocht hem regelmatig, soms twee à drie keer
in de week. Van hem leerde hij de écriture
automatique, een manier van werken die gepropageerd
werd door André Breton, de opsteller van het Manifest van het Surrealisme,
waarbij de diepste lagen van de psyche direct en
zonder belemmering naar buiten worden gebracht. Sef Berkers: “Toeval bestaat niet, toeval is de perfecte
uiting van het moment.” Martijn zegt hierover: “De kunst is om het te
laten gebeuren. Het kan lukken, het kan mislukken. Je hebt het niet allemaal in eigen hand. Ook als het mislukt, leer je en kom je verder in
je ontwikkeling. Hoe intuïtief het proces ook is, je bent je bewust
van wat je doet en bent getuige van bewegingen die je grenzen van je weten
doorbreken”. Een andere kunstenaar die grote invloed op hem
uitoefende was Jos Beurskens, schilder en
beeldhouwer, met exposities in
Nederland, Duitsland, Zwitserland, Cuba en China. Martijn: “Een markante persoonlijkheid. Hij is
heel direct en dreef me vaak tot het uiterste.” |
|||||||
|
|||||||
Zelfportret |
Wie is Martijn? Wie
Martijn wil leren kennen, moet naar zijn schilderen kijken. Hij heeft
inmiddels een aantal zelfportretten gemaakt, waarin hij heel direct zichzelf
tot uitdrukking heeft gebracht. De
wisselende gemoedstoestanden staan hierin afgetekend. En dan
vertrouwt hij mij toe dat hij verliefd is. Ineens weet hij het onderwerp van
zijn schilderijen: liefde. “In feite
gingen al zijn schilderijen al over liefde”, constateert hij, “maar ineens
kreeg het onderwerp een hoofdletter”. Martijn
is de schilder van de hartstocht. |
||||||
Naast zijn studie heeft hij nu een aantal
workshops georganiseerd, in eerste instantie onder de hoede
van Rob Benders, (Regentag, Museum van Bommel van Dam). Snel daarna
bij Klein Zwitserland voor leerlingen van de basisschool. Martijn: “Ik merkte dat ik daar veel voldoening uit haalde en tevens inspiratie en
kracht om door te gaan met mijn eigen werk”. Sinds begin april is hij betrokken bij het AZC,
wederom via Rob Benders. Ook hier gaat het
voornamelijk om workshops, alleen breder van aard. “Kunst geeft ruimte om
zonder taal te vertellen”. |
|||||||