Main page course   Home

 

Text        spoken version

 

Words Dutch + Translation

 

Hoofdstuk 3  

De papegaai heeft Italiaanse veren.

 

Daar lopen ze dan. Kapi en Pika.

Het lijkt net een tweeling.

Hun wipneuzen wijzen naar een woonwagen.

Een woonwagen is vast heel leuk van binnen,

zegt Kapi.

Ik zou graag binnen willen kijken,

zegt Pika.

Weet je wat, we gaan naar binnen,

zegt Kapi.

Ze vinden het wel eng.

Eigenlijk durven ze niet zo goed.

Ze klimmen het trapje op.

Ze luisteren aan de deur.

Ze horen niets.

Ze kijken elkaar aan.

Zullen we ? , zegt Pika.

Voorzichtig doen ze de deur open.

Ze gaan naar binnen.

De deur doen ze weer dicht.

Ik hoor iemand snurken,

fluistert  Pika.

Ik hoor het ook,

bibbert Kapi .

Ze vinden het erg griezelig binnen.

Ze draaien zich om .

Want ze willen weer naar buiten.

Maar ze krijgen de deur niet open.

De deur zit muurvast.

Wat nu? We kunnen niet weg,

zegt Pika zachtjes.

En wie zou daar zo snurken?

Onder het tafelkleed zien ze

een grote schoen.

Nou zeg, wat een reuzenschoen.

Die is vast van de snurker,

zegt Kapi.

Er zit een voet in, zegt hij verschrikt.

Ze kijken elkaar angstig aan.

Het snurken gaat gewoon door.

Pika tilt voorzichtig  het tafelkleed op.

Onder de tafel ligt een clown                           

te slapen.

De clown merkt niks .

Hij slaapt gewoon door.

Zijn dikke rode neus gaat heen en weer.

Wij moeten weg, hij moet rusten,

zegt Pika.

Hij moet vanavond  optreden.

Maar hoe moeten wij buiten komen ?

Hoe moeten wij buiten komen?

klinkt het ineens achter hen.

Kapi en Pika staan stokstijf van schrik.

Wat is dat toch?

We moeten gauw weg door het raam,

fluistert Kapi.

Gauw weg door het raam,

klinkt het achter hen.

Dit lijkt wel een echowoonwagen,

zegt Pika.

Hi ha , een echowoonwagen,

klinkt het nu achter hen.

Nee hoor, ik ben een papegaai.

Ik ben heel mooi.

Want ik heb Italiaanse veren.

In de hoek zit een prachtige  papegaai.

Hij heeft veren

in wel twintig  kleuren.

En ook nog met  allemaal glitters  erop.

Wat ben je mooi , zegt Pika.

Ja dat weet ik wel, zegt de papegaai.

Kom jij wel gewoon uit een ei?

vraagt Kapi.

Wel nee, wat denk je nu.

Ben je dan niet gewoon in een nest gelegd

zoals een kip of een mus.

Wat denk je wel? Ik ben geen kip,

en ook geen mus, zegt de papegaai.

Hij is beledigd.

En hij bijt Pika in het oor.

Au , dat is niet aardig , zegt Pika.

Ik heb dat niet gezegd van die kip en die mus.

Dat zei Kapi.

Je bent ook veel te mooi om uit een ei te komen.

Dat is zo , zegt de papegaai.

Maar jullie twee praten ook precies hetzelfde.

Net een tweeling.

Hoe ben je dan op de wereld gekomen,

als je niet in een ei gelegd bent, vraagt Kapi .

Dat zal ik vertellen, zegt de papegaai.

Neem een koekje.

Ik ben een echte  kermispapegaai

met Italiaanse veren.

En dat komt zo ….

 

 

 

 

 

papegaai - papagailis

Italiaans - Itāliešu

veer (pl. veren) - spalvu

wijzen naar - rādīt

vast - protams

willen - gribēt

binnen - iekšpusē

kijken - apskatīt

weten - zināt

wat - kaut kas

eigenlijk - patiesībā

durven - uzdrīkstētis

klimmen - kāpşana

trapje - mazām kāpnēm

luisteren - klausīties

deur - durvis

voorzichtig - uzmanīgs 

opendoen - atvērt

dichtdoen - aizvērt

weer - atkal

snurken - krāciens

fluisteren - čuksti

bibberen - tricēt

griezelig - šausmīgs

zich omdraaien - pagriezt

openkrijgen - izdoties atvērt

muurvast - cieşi aizvērts

weg - projām

zachtjes - kluss

onder – zem

 

 

tafelkleed - galdauts

schoen - kurpe

voet - pēda

verschrikt - nobijies

angstig - bailigs

gewoon - normāla

doorgaan - turpināt

tafel - galds

clown - klauns

slapen – gulēt

 

 

merken - realizēt

niks - nekas

doorslapen - turpināt gulēt

dik - biezs

rood - sarkans

neus - deguns

moeten - vajag

rusten - atpūsties

vanavond - šovakar

optreden - izpildīt

hoe - kādā veidā

klinken - skaņu

ineens - pēkšņi

achter - aiz

stokstijf - viss stīvs

gauw - drīz

raam - logu

echo - atbalss

hoek - stūris

prachtig – skaistu

 

 

twintig - divdesmit

kleur - krāsu

erop - uz tā

glitters - spīdošs rotājumi

ei - ola

nest - putnu ligzdu

leggen - likt

zoals - piemēram

kip - vistas

mus – zvirbulis

beledigd - apvainots

te mooi - pārāk skaisti

uit - ārā

praten – runāt

 

 

 

 

 

 

 

wereld – pasaule

vertellen - teikt

dat - tas

nemen - ņemt

koekje - biskvīts

echte - reālā

 

Words in syllables

 

Hoofdstuk 3

woordenlijst

bib.bert

ro.de

bui.ten

sla.pen

draai.en

snur.ken

dur.ven

snur.ker

e.cho.woon.wa.gen

ta.fel

ech.te 

ta.fel.kleed

er.in

trap.je

er.op

twin.tig

fluis.tert

van.a.vond

ge.ko.men

ve.ren

ge.legd

ver.schrikt

ge.woon

ver.tel.len

ge.zegd

vin.den

glit.ters 

voor.zich.tig

grie.ze.lig

we.reld

ho.ren

wij.zen

I.ta.li.aan.se

wil.len

jul.lie

zacht.jes

ker.mis.pa.pe.gaai

zo.als

klim.men

 

krij.gen

 

kun.nen

 

luis.te.ren

 

muur.vast

 

o.pen

 

op.tre.den

 

pa.pe.gaai

 

pra.ten

 

prach.tige

 

reu.zen.schoen

 

 

CheckStat