Wim Rhebergen
Gedichten en verhalen ► Home ►
Contact: rhegie1@planet.nl |
|
Gedichten
Zonder een zweem van twijfel |
|
|
|
|
|
Zonder een zweem van twijfel en zonder enige vorm van ontsteltenis of verbazing, meld ik u dat ik niets meer voel en dat alles in mij is opgehouden te bestaan.
Wat weet ik van het lot van woorden en gevoelens behalve dat zij zacht uitdoven en ondergaan in vergetelheid, de anonimiteit verkiezen boven eer en mannelijkheid. De afgrond is vrouwelijk, dat heb ik nu ontdekt.
Wat er gaat gebeuren, weet ik niet. Ik ben een mens. Ik heb me nu teruggetrokken in mijn huis, ik heb geen vriend - of u moet dat zijn: jij, eenzame zoon op de lip van mijn verlangen, bereid om mij te lezen. Je bestaan heb ik altijd vermoed.
Ontbijten doe ik niet meer. Ik slaap. Ik slaap een dag, een maand, een jaar, en een leven lang en nog even zovele uren daarbij geteld. De gedachte dat ik er nog ben, is de steen waarop ik sta, de golf in zee die de zee wild maakt, de sterke droom en de wil dat ik blijf liggen als een pierlala en me niet meer verhef.
Ik maak me niet op om naar de stad te gaan en vrienden te bezoeken, of om als eerzaam mens te werken en de kost te verdienen. Ook zal ik mijn oude moeder geen visite brengen om haar te troosten in haar wit albasten eenzaamheid.
Ik slaap en iedereen is getuige dat mijn lichaam ligt. En als ik opsta, is dat slechts om naar het toilet te gaan en mijn blaas te ledigen. De witte mannen om het huis zie ik niet, en als ik ze toch zie, ken ik hun namen niet. Ik weet niet wat ze aan het doen zijn. Ze werken in de kou van de nacht en het waait. Het waait altijd in het land van de tucht. De wind weet wat hij moet doen. De wind is de drijver van de voortgang van de dingen. De wind twijfelt nooit. Er staan tekens in de lucht. Een vrouw baart een kind, maar de draak stelt zich tegenover haar. Maar ik blijf liggen.
Mannen hebben vrienden. Vrienden zijn geen vriendinnen, behalve als je zelf een vriendin bent. De zon valt in het hart.
Er staat een vreemdeling aan de deur. Niemand weet wie hij is. Hij heeft geen paspoort of enig andersoortig identiteitsbewijs. Hij is van ver gekomen of van dichtbij. Het doet er niet toe. Hij is gekomen en dat is wat telt.
Kom! Een nacht zonder vriend is iets waarvan je ziek wordt: de botten steken, het hoesten houdt niet op. ook de toiletgang gaat niet meer vanzelf. Hoe ouder je wordt, hoe kouder de lucht. Je bent er. Verraad is altijd mogelijk.
Ik droom de dood en de dood ben ik zelf. Ik dood de man die ik lief heb.
Ik ontwaak uit mijn droom. De dood is de dood niet meer, maar mijn liefde is gebleven.
In de verte hoor ik de mensen. Alles is zoals het is.
De aarde beeft, Ik klim in mijn toren. De dood openbaart zich.
Wie zegt dat ik niet kan liefhebben? Reken maar dat ik kan liefhebben.
|